Tag: Heimolen

Bijen nestelen in fiets van schepen.

De twee bijenkasten op het dak van het stadhuis van Sint-Niklaas zijn alweer weg. Een deel van de bijen zag de fiets van Wouter Van Bellingen als hun nieuwe thuis.

Het bijenexperiment van Sint-Niklaas zit erop. De twee bijenkasten die op het dak van het stadhuis geplaatst werden moesten na amper twee weken alweer verwijderd worden. De keuze van die locatie werd toen op een dosis gezonde argwaan onthaald, maar volgens de vzw Jomi, die het project zou gaan uitvoeren, was de nabijheid van enkele parken en grote tuinen een belangrijk pluspunt. De zoemende kolonie voelde zich inderdaad uitstekend in zijn sas, zo boven op het stadhuis. Iets te goed zelfs, want in één van de twee bijenkasten was een zeer sterke aangroei van het bijenvolk ontstaan. Dat leidde tot overbevolking en gebrek aan ruimte in de kast, waardoor een deel van de bijen begon te zwermen. Deze bijen gingen op zoek naar een nieuwe nestplaats.

Die nieuwe stek vonden ze bij de fiets van schepen Wouter Van Bellingen. ‘Ze hadden zich in de wielkast genesteld’, zegt Van Bellingen. ‘Daar is het lekker warm. Het probleem was gewoon dat in één van de twee kasten twee koninginnen zaten, dus splitst de kolonie zich. Meer was het niet. Dit is trouwens niet het eerste bijenexperiment in de stad. Ook op Tereken en in het KAHO Sint-Lieven zijn er bijen, en dat gaat probleemloos. Ach het was eigenlijk allemaal een beetje paniekvoetbal, zegt Van Bellingen, maar het gaat hem hier over honingbijtjes, niet over agressieve wespen.’

Pieter Durinckx van de Sint-Niklase milieudienst heeft ondertussen een nieuw onderkomen voor de bijenkasten gevonden. ‘Zij krijgen een nieuwe stek op begraafplaats Heimolen’, vertelt hij, ‘maar in afwachting van de verhuis zijn de bijen even terug bij de vzw Jomi’.

PVL, Nieuwsblad

Bijen zaaien paniek in stadhuis.

De twee bijenkasten op het dak van het stadhuis zijn na twee weken alweer verwijderd. Duizenden bijen veroorzaakten op de binnenkoer en aan de personeelsingang immers heel wat paniek. Dan toch geen goed idee om op het stadhuis 120.000 bijen te houden? “Misschien was het iets te ambitieus”, geeft imker Wim Maes (vzw Jomi) toe.

De bijenkasten werden eind april op het dak van het stadhuis geplaatst. Opmerkelijk, maar volgens de vzw Jomi – die van de stad de opdracht kreeg om imker te spelen – een ideale locatie vlakbij enkele parken en grote stadstuinen. In de bijenkasten werden 6.000 bijen uitgezet. Dat aantal zou snel aangroeien tot 120.000. Maar het ging iets té snel.

Zwerm

Een zwerm van enkele duizenden bijen besloot onlangs plots om een andere nestplaats te zoeken. Enkele dagen lang vloog er een grote bol bijen over de binnenkoer en aan de ingang van het stadhuis. De zwerm koos de fiets van schepen Wouter Van Bellingen om een nieuwe nestplaats te maken. Telkens er iemand voorbijliep, stoof de zwerm uiteen. Paniek alom bij het stadspersoneel. Niemand durfde zijn fiets nog stallen en Wouter Van Bellingen moest het even te voet doen. Genoeg reden voor het stadsbestuur om de bijenkasten al na twee weken te laten verwijderen.

 Schepen voor Milieu Marc Heynderickx (CD&V) is al blij dat niemand werd gestoken. “Gelukkig hadden de bijen zich volgepropt met honing en waren ze niet agressief. Er was wel veel onrust in het stadhuis. Zo’n grote zwerm bijen is schrikwekkend.” Het kabinet van schepen Ben Van Eynde (CD&V) bevindt zich vlak aan het dak waar de twee bijenkasten stonden. Ramen en deuren gesloten houden, was er het devies. “Zo’n bijenpopulatie kan je vergelijken met een stadsbestuur”, legt Van Eynde uit. “Er kan maar één burgemeester zijn. Wel, in zo’n bijenpopulatie mag er ook maar één koningin zijn. Dat was nu niet het geval. De imker had dat moeten zien. Er is een koningin met veel bijen vertrokken.” Schepen Wouter Van Bellingen kan weer ongestoord zijn fiets nemen. “De bijenkolonie had mijn fietszakken uitgekozen als nieuwe nestplaats. Ik heb ook een tiental bijen in mijn kabinet over de vloer gekregen. Ik vind dat zelf niet erg. Ik woon ‘op den buiten’ en ben wel een bijtje gewend.”

Voor imker Wim Maes van de vzw Jomi draaide het bijenproject niet uit zoals verhoopt. “Een beetje gênant, natuurlijk. Misschien was het iets te ambitieus, hoewel er op vele openbare gebouwen bijenkasten staan. Dat er een zwerm bijen vertrekt, is niet ongebruikelijk. Dat ze zich op de fiets van Wouter Van Bellingen hadden gezet, veroorzaakte paniek. Velen waren bang, onterecht. Dit zijn geen gevaarlijke wespen. De bijenkasten krijgen nu een nieuwe stek op begraafplaats Heimolen.”

Heimolen heeft charme van antieke kunst.

Vijf jaar geleden zette Intercommunale Westlede een internationale architectuurwedstrijd op poten om de begraafplaats Heimolen in Sint-Niklaas een ongeziene facelift te geven. Het Nederlandse Claus en Kaan kwam als winnaar uit de bus. Het architectenbureau wist als geen ander minimalisme én menselijkheid in zijn bouwwerk te vervatten. Zowel het crematorium als het ontvangstgebouw laten zich prijzen welgevallen. Heimolen herbergt ook een islamitische begraafplaats en er is een gedenkbos in de maak.

Begraafplaats Heimolen kon in 2009 de tweejaarlijkse en bijzonder prestigieuze Nederlandse Betonprijs aan haar palmares toevoegen. Het vakmanschap en de gebruikte materialen vielen in de smaak bij de jury.

Heimolen strekt zich uit over een immens domein van meer dan negentien hectare. De grote vijver en aanpalende bossen maken het meer dan louter een begraafplaats. Bezoekers nemen hier afscheid van hun naasten, maar komen er af en toe ook om te onthaasten en te genieten van de rust van dit stukje natuur.

Die weelderige natuurpracht contrasteert mooi met de minimalistische nieuwbouw die architectenbureau Claus en Kaan er in 2008 neerpootte. Zowel het ontvangstgebouw als het crematorium zijn internationaal gerenommeerd om hun sereen ontwerp en subtiele eenvoud. Rouwen doet men hier in monumentale schoonheid. “Wat we met het bouwontwerp vooral wilden verkrijgen, was openheid creëren. Open ruimtes volgen elkaar op, gangen om in verloren te lopen, zijn er niet. Je kan dus overal binnen en buiten kijken”, vertelt persverantwoordelijke Naval Crommaer.

Agora zoals bij Oude Grieken

“Ontvangstgebouw en crematorium zijn elkaars architecturale spiegelbeeld. De imposante luifel waaronder de mensen samenkomen, reikt naar beneden en dwingt zo tot nederigheid. Het doet ook denken aan een agora, het marktplein bij de Oude Grieken. Het crematorium heeft dan weer een verticaal karakter en lijkt zich zo te richten naar de kosmos.” Om het aardse te benadrukken, kozen Claus en Kaan voor ruwe voegwerk, bepleistering en afwerking in marmer.

Kunstenaar Pieter Vermeersch deed een ingreep in de grote aula waar 96 cirkelvormen het daglicht binnenlaten. Met een licht golvende beweging van de wanden laat Vermeersch de akoestiek optimaal tot zijn recht komen. Kunst is hier aanwezig, maar wil absoluut niet opvallen.

De twee architecturale pareltjes zijn niet alleen innoverend op het vlak van uitzicht en constructiewijze, ook de gebruikte technieken zijn vooruitstrevend. Het crematorium beschikt over een warmtewisselaar die ervoor zorgt dat de warmte van de verbrandingsovens wordt hergebruikt.

De provincie Oost-Vlaanderen telt met Heimolen twee crematiecentra. Doordat steeds meer mensen kiezen voor een crematie, kon Lochristi de vele aanvragen niet meer aan. “Het aantal verassingen is al veertig jaar aan een spectaculaire opmars bezig. In 1979 vonden er in België 5287 plaats, in 2010 waren dat er maar liefst 51.000. Al 55 procent van de Oost-Vlamingen kiest voor crematie, in grootsteden als Gent ligt het cijfer rond de 70 procent. Jaarlijks vinden er 3500 crematies plaats op Heimolen. We willen ook het taboe doorbreken dat nog altijd rond de dood hangt. Meestal wordt het technische aspect in kelders ondergebracht, maar dat doen we hier niet. Mensen kunnen binnenkijken, of zelfs het moment bijwonen wanneer de kist in de oven gaat. We kiezen voor een menselijke benadering.”

Het crematorium op Heimolen kreeg bij de oprichting heel wat tegenkanting van de buurtbewoners. “Cijfers wezen nochtans uit dat de nieuwe ovens nauwelijks vervuiling opleveren, zeker in vergelijking met de uitstoot van de nabijgelegen E17. De weerstand tegen de ‘verbrandingsovens’ was vooral emotioneel. Gelukkig staan de buren nu ook achter ons mooie project.”

Verder heeft Heimolen een islamitische begraafplaats en zijn er plannen voor een gedenkbos. “Ecologie staat voorop. We gebruiken urnen die biologisch afbreekbaar zijn. Doel is om milieubewuster met de dood om te gaan, en dat in een volledig groen kader over een oppervlakte van 3,5 hectare. Gedenkbossen bestaan al langer in het buitenland, maar in Vlaanderen krijgt Sint-Niklaas binnenkort de primeur.”


Heimolen wint bij iedereen aan naambekendheid, ook filmmakers vinden de weg. Zo werd de begrafenisscène van ‘Dossier K’ in Sint-Niklaas gefilmd.

Grafmaker word je niet zomaar. Er komt een examen aan te pas waarbij je je kennis van concessies, afmetingen en berekeningen moet tonen. Zeven bevoegde examinatoren stellen de tests op”, licht Johan De Maere toe. “Ik krijg geregeld opmerkingen over mijn job. Veel mensen vinden mijn taak een luguber kantje hebben. In het begin was het ook niet makkelijk, je ziet veel dingen waar je tijd voor nodig hebt om aan te wennen. Maar uiteindelijk staat respect voor de mensen op het voorplan. Het is ook leerrijk werk. Op de moslimbegraafplaats, waar vooral Roma’s begraven liggen, gelden andere rituelen en begraafwijzen dan bij ons. Zo mogen ze niet gecremeerd worden. Die culturele verschillen leren kennen, is interessant.”

Als grafmaker staat Johan dicht bij het menselijk leed. “Soms zie ik mensen hun verdriet letterlijk verdrinken op het graf van hun nabestaande. Na al die jaren blijft dat moeilijk om te zien. Ik probeer geregeld een babbeltje te slaan om hen moed in te spreken. De ene keer lukt dat al wat beter dan de andere. Maar ons kerkhof is ook een plaats waar veel mooie dingen ontstaan. Zo ken ik een weduwe die elke dag haar overleden man kwam bezoeken. Geen dag sloeg ze over. Jarenlang had ze sombere gedachten, tot ze hier een weduwenaar leerde kennen met wie ze haar verdriet kon delen. De twee zijn nu gelukkig getrouwd. (lacht)Veel mensen ook die een boek komen lezen of gewoon genieten van de rust met het zachte gezoem van de autosnelweg op de achtergrond.”

De medewerkers van Heimolen beginnen zich klaar te houden voor een drukke periode. Toch ziet Johan een evolutie in de traditie van Allerheiligen. “Vroeger hadden we 12.000 bezoekers, nu zijn het er nog maar vierduizend. De mensen spreiden hun bezoeken over heel het jaar, 1 november verliest aan populariteit. Ook de bloementraditie lijkt erop achteruit te gaan. Bij de opruiming hebben we nu nog geen twee containers, terwijl er dat in het verleden veel meer waren.”

SOPY, GVA

Ganzen terroriseren begraafplaats.

Een grote kolonie Canadese ganzen terroriseert de Sint-Niklase begraafplaats Heimolen. De stad zet een ploeg in om de begraafplaats proper te maken, maar kan niet verhinderen dat de ganzen bloemstukken vernielen en hun uitwerpselen overal achterlaten.

Heimolen is precies zoals een begraafplaats hoort te zijn. Een rustige plek, midden in het groen, met een grote vijver in het midden. Een oase van rust. Maar laat dat nu precies zijn wat Canadese ganzen ook aantrekkelijk vinden. De dieren zorgen al enkele jaren voor overlast, maar nu loopt het de spuigaten uit. «Nu zit er een kolonie van zo’n 50 stuks. De grote vijver is omgeven door een mooi gazon en dat is een ideale plaats voor deze ganzen. De voorbije jaren hebben die hier eieren uitgebroed en dit soort vogels keert altijd terug naar de geboorteplaats», vertelt schepen voor begraafplaatsen Wouter Van Bellingen (VlaamsProgressief).

Bron van ergernis

Voor de bezoekers van Heimolen zijn de ganzen een grote bron van ergernis: «Ik kreeg al verschillende rouwende mensen op bezoek die hun beklag kwamen doen. Het gaat om kapot gebeten bloemstukken en bevuilde grafzerken. Ook op de asweide laten de ganzen uitwerpselen achter. Zo’n grote kolonie moet ook voldoende eten, zodat er ook al klachten zijn van de landbouwers uit de buurt over hun gewassen. We gaan hier paal en perk aan stellen,» zegt de schepen. «Er komt een tijdelijke afsluiting rond de vijver met werfnetten. Die wordt zo snel mogelijk vervangen door een houten afsluiting. Dat betekent meteen dat er een hek van meer dan 500 meter komt dat mooi past in de omgeving. Met een hoogte van 80 centimeter moet het hek vermijden dat de Canadese ganzen nog op de begraafplaats kunnen. We gaan ook zwanen zetten in het meer. Canadese ganzen zijn er bang van», weet de schepen. «In het broedseizoen worden de eieren geschud, zodat er geen jongen meer kunnen bijkomen. Maar aangezien er nu zo’n grote kolonie zit, moeten we ook overgaan tot het verwijderen van de ganzen. De woudmeester zal ons zeggen hoe dit moet gebeuren.» Een term als verwijderen doet denken aan afmaken. «We zullen zien wat de woudmeester zegt. Ik ben zelf ook een dierenliefhebber maar in dit geval heeft het respect voor onze doden en hun nabestaanden volgens mij zeker voorrang», oordeelt Wouter Van Bellingen.