Vijf jaar geleden zette Intercommunale Westlede een internationale architectuurwedstrijd op poten om de begraafplaats Heimolen in Sint-Niklaas een ongeziene facelift te geven. Het Nederlandse Claus en Kaan kwam als winnaar uit de bus. Het architectenbureau wist als geen ander minimalisme én menselijkheid in zijn bouwwerk te vervatten. Zowel het crematorium als het ontvangstgebouw laten zich prijzen welgevallen. Heimolen herbergt ook een islamitische begraafplaats en er is een gedenkbos in de maak.

Begraafplaats Heimolen kon in 2009 de tweejaarlijkse en bijzonder prestigieuze Nederlandse Betonprijs aan haar palmares toevoegen. Het vakmanschap en de gebruikte materialen vielen in de smaak bij de jury.
Heimolen strekt zich uit over een immens domein van meer dan negentien hectare. De grote vijver en aanpalende bossen maken het meer dan louter een begraafplaats. Bezoekers nemen hier afscheid van hun naasten, maar komen er af en toe ook om te onthaasten en te genieten van de rust van dit stukje natuur.
Die weelderige natuurpracht contrasteert mooi met de minimalistische nieuwbouw die architectenbureau Claus en Kaan er in 2008 neerpootte. Zowel het ontvangstgebouw als het crematorium zijn internationaal gerenommeerd om hun sereen ontwerp en subtiele eenvoud. Rouwen doet men hier in monumentale schoonheid. “Wat we met het bouwontwerp vooral wilden verkrijgen, was openheid creëren. Open ruimtes volgen elkaar op, gangen om in verloren te lopen, zijn er niet. Je kan dus overal binnen en buiten kijken”, vertelt persverantwoordelijke Naval Crommaer.
Agora zoals bij Oude Grieken
“Ontvangstgebouw en crematorium zijn elkaars architecturale spiegelbeeld. De imposante luifel waaronder de mensen samenkomen, reikt naar beneden en dwingt zo tot nederigheid. Het doet ook denken aan een agora, het marktplein bij de Oude Grieken. Het crematorium heeft dan weer een verticaal karakter en lijkt zich zo te richten naar de kosmos.” Om het aardse te benadrukken, kozen Claus en Kaan voor ruwe voegwerk, bepleistering en afwerking in marmer.
Kunstenaar Pieter Vermeersch deed een ingreep in de grote aula waar 96 cirkelvormen het daglicht binnenlaten. Met een licht golvende beweging van de wanden laat Vermeersch de akoestiek optimaal tot zijn recht komen. Kunst is hier aanwezig, maar wil absoluut niet opvallen.
De twee architecturale pareltjes zijn niet alleen innoverend op het vlak van uitzicht en constructiewijze, ook de gebruikte technieken zijn vooruitstrevend. Het crematorium beschikt over een warmtewisselaar die ervoor zorgt dat de warmte van de verbrandingsovens wordt hergebruikt.
De provincie Oost-Vlaanderen telt met Heimolen twee crematiecentra. Doordat steeds meer mensen kiezen voor een crematie, kon Lochristi de vele aanvragen niet meer aan. “Het aantal verassingen is al veertig jaar aan een spectaculaire opmars bezig. In 1979 vonden er in België 5287 plaats, in 2010 waren dat er maar liefst 51.000. Al 55 procent van de Oost-Vlamingen kiest voor crematie, in grootsteden als Gent ligt het cijfer rond de 70 procent. Jaarlijks vinden er 3500 crematies plaats op Heimolen. We willen ook het taboe doorbreken dat nog altijd rond de dood hangt. Meestal wordt het technische aspect in kelders ondergebracht, maar dat doen we hier niet. Mensen kunnen binnenkijken, of zelfs het moment bijwonen wanneer de kist in de oven gaat. We kiezen voor een menselijke benadering.”
Het crematorium op Heimolen kreeg bij de oprichting heel wat tegenkanting van de buurtbewoners. “Cijfers wezen nochtans uit dat de nieuwe ovens nauwelijks vervuiling opleveren, zeker in vergelijking met de uitstoot van de nabijgelegen E17. De weerstand tegen de ‘verbrandingsovens’ was vooral emotioneel. Gelukkig staan de buren nu ook achter ons mooie project.”
Verder heeft Heimolen een islamitische begraafplaats en zijn er plannen voor een gedenkbos. “Ecologie staat voorop. We gebruiken urnen die biologisch afbreekbaar zijn. Doel is om milieubewuster met de dood om te gaan, en dat in een volledig groen kader over een oppervlakte van 3,5 hectare. Gedenkbossen bestaan al langer in het buitenland, maar in Vlaanderen krijgt Sint-Niklaas binnenkort de primeur.”

Heimolen wint bij iedereen aan naambekendheid, ook filmmakers vinden de weg. Zo werd de begrafenisscène van ‘Dossier K’ in Sint-Niklaas gefilmd.
“Grafmaker word je niet zomaar. Er komt een examen aan te pas waarbij je je kennis van concessies, afmetingen en berekeningen moet tonen. Zeven bevoegde examinatoren stellen de tests op”, licht Johan De Maere toe. “Ik krijg geregeld opmerkingen over mijn job. Veel mensen vinden mijn taak een luguber kantje hebben. In het begin was het ook niet makkelijk, je ziet veel dingen waar je tijd voor nodig hebt om aan te wennen. Maar uiteindelijk staat respect voor de mensen op het voorplan. Het is ook leerrijk werk. Op de moslimbegraafplaats, waar vooral Roma’s begraven liggen, gelden andere rituelen en begraafwijzen dan bij ons. Zo mogen ze niet gecremeerd worden. Die culturele verschillen leren kennen, is interessant.”

Als grafmaker staat Johan dicht bij het menselijk leed. “Soms zie ik mensen hun verdriet letterlijk verdrinken op het graf van hun nabestaande. Na al die jaren blijft dat moeilijk om te zien. Ik probeer geregeld een babbeltje te slaan om hen moed in te spreken. De ene keer lukt dat al wat beter dan de andere. Maar ons kerkhof is ook een plaats waar veel mooie dingen ontstaan. Zo ken ik een weduwe die elke dag haar overleden man kwam bezoeken. Geen dag sloeg ze over. Jarenlang had ze sombere gedachten, tot ze hier een weduwenaar leerde kennen met wie ze haar verdriet kon delen. De twee zijn nu gelukkig getrouwd. (lacht)Veel mensen ook die een boek komen lezen of gewoon genieten van de rust met het zachte gezoem van de autosnelweg op de achtergrond.”
De medewerkers van Heimolen beginnen zich klaar te houden voor een drukke periode. Toch ziet Johan een evolutie in de traditie van Allerheiligen. “Vroeger hadden we 12.000 bezoekers, nu zijn het er nog maar vierduizend. De mensen spreiden hun bezoeken over heel het jaar, 1 november verliest aan populariteit. Ook de bloementraditie lijkt erop achteruit te gaan. Bij de opruiming hebben we nu nog geen twee containers, terwijl er dat in het verleden veel meer waren.”
SOPY, GVA
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...