Als kind droomde ik ervan aan de Olympische Spelen deel te nemen. Ik deed aan atletiek, maar zat ook op de muziek- en de tekenschool. Omdat dat allemaal te combineren, moest ik mij serieus inzetten. Zo leerde ik wat er nodig is om tot de top te raken. Maar ook dat kwaliteit niet absoluut is. Als ik een handtekening ging vragen, was het niet van Carl Lewis, maar van Calvin Smith, die volgens mij veel mooier liep.
Ik zie veel parallellen tussen sport en kunst. Net zoals een loper via de aflossing in een estafette tot een hoger niveau kan raken, kan een kunstenaar van het louter individuele komen tot iets wat met de gemeenschap te maken heeft. Mijn generatiegenoten in de sport destijds zijn nu trainers van topatleten. Zo zie ik mijn rol in de kunst : talent aanwakkeren, jonge kunstenaars begeleiden, hen tot het onmogelijke, het utopische stimuleren.
Zoals zoveel adoptiekinderen in dit land kwam ik in een Vlaamsgezind nest terecht. Vanuit het idee ‘Vlaanderen in de wereld’ moesten wij meer Vlaming zijn dan andere kinderen en in alles meekunnen. Een en ander was moeilijk verenigbaar : de ene helft van de familie waren Vlaams Blokkers, de andere helft pure alternativo’s. Een botsing die een soort tolerantie genereerde, want ja, je eigen ideologie mocht dan al primeren, die Vlaamse nationalisten waren wel je tante en nonkel.
De culturele pechstrook tussen Gent en Antwerpen, zo noemde ik Sint-Niklaas. Maar toen ik in Gent woonde, kwam ik er na verloop van tijd achter dat dat ook een dorp is. Hetzelfde geldt waarschijnlijk voor de kunstscène van Brussel, Londen en New York. Je vindt er dezelfde stramienen van dominante structuren terug, dezelfde vragen dringen zich op. Waarom is die kunstenaar zo beroemd ? En hoe komt het dat anderen die minstens even interessant zijn niét aan de bak komen ?
Chinezen zijn voor mij anderskleurige Afrikanen. Van mijn projecten in het buitenland is vooral China mij bijgebleven. Hoe de mensen daar heel spontaan kunnen zijn in hun manier van contact maken. Hoe ze aarzelend zoeken naar kwaliteit in kwantiteit. Ik probeer mij voor te stellen hoe het is om er op te groeien, in die dynamiek van spectaculaire veranderingen die voortdurende aanpassing vergt en onvermijdelijk ook kwetsbaar maakt.
In beeldende kunst is de emotionaliteit kleiner dan in muziek. Toch ervaar ik soms een echt wow-gevoel. Bij de ontdekking van een kunstwerk dat ik van afbeeldingen kende en dat in het echt nog indrukwekkender of geraffineerder blijkt te zijn. Wat ook gebeurt, is dat ik een kunstwerk aanvankelijk niet kan plaatsen, dat ik niet meteen besef wat de kunstenaar ermee bedoelt, maar dat het me blijft bezighouden, zich telkens opnieuw aandient in mijn geest.
De metafoor van het vliegen spreekt mij enorm aan. Loskomen van alles dat je bindt, het zit in de baseline van deze Coup de Ville : Attracted to another level . Het refereert ook aan Sint-Niklaas als ballonstad.
Wat mij boeit, is de intensiteit waarmee mensen hun job doen. Het streven naar kwaliteit, naar het absolute, en daar plezier aan beleven, met aanvaarding van je beperkingen. En het allerbelangrijkste : eens men die kwaliteit bereikt heeft, ze niet misbruiken. Zoveel succesvolle kunstenaars zitten in een ivoren toren. Word je als mens niet juist groot door je macht niet te gebruiken ?
STEF VAN BELLINGEN (1963) IS KUNSTHISTORICUS EN DOCEERT HEDENDAAGSE KUNST AAN VERSCHILLENDE KUNSTINSTELLINGEN IN BELGIË EN NEDERLAND. ‘COUP DE VILLE – ATTRACTED TO ANOTHER LEVEL’ IS EEN PARCOURSTENTOONSTELLING MET EEN KOSMOPOLITISCHE GEEST IN HET HART VAN SINT-NIKLAAS DIE OP OPKOMEND INTERNATIONAAL TALENT FOCUST. AL WANDELEND ONTDEKT DE BEZOEKER OOK HET ARCHITECTURAAL PATRIMONIUM VAN SINT-NIKLAAS MET DIVERSE ART-DECOGEBOUWEN. VAN 13/9 TOT 13/10. ALLE INFO : WWW.WARP-ART.BE
Focus Knack.