Tag: diversiteit

“Opvolger van de Leopold II-laan? Dat kan zeker een gekleurde vrouw worden”: Wouter Van Bellingen, in 2007 de eerste (en nog steeds enige) zwarte schepen in Vlaanderen.

“Tien jaar geleden kreeg ik heel Vlaanderen over mij heen, toen ik voorstelde om de naam van de Leopold II-laan te veranderen. Ik werd uitgelachen, genegeerd, zelfs uitgedaagd. Maar kijk, nu is het dan toch zo ver.” Voor Wouter Van Bellingen, in 2007 de eerste zwarte schepen in Vlaanderen, mag het tijd kosten om de nodige stappen te zetten, maar hij ziet nu wel uitgelezen kansen om het ook in Sint-Niklaas anders aan te pakken. 

In januari 2007 legde Wouter Van Bellingen de eed af als eerste zwarte schepen in Vlaanderen. Daarmee zorgde hij voor een primeur, al kreeg hij geen navolging. “We zijn nu 2020. Als ik dertien jaar geleden de eerste was, zou je verwachten dat er na mij nog velen zouden zijn gevolgd. Maar dat is niet gebeurd. Ik was de eerste zwarte schepen en ik ben nog altijd de enige zwarte schepen tot nu toe in Vlaanderen.” Daarmee wil hij niet zeggen dat er niks is veranderd. Al gebeurt het wel telkens met kleine stapjes, zoals hij ook merkt als directeur van de vzw Integratiepact.

Zo ook in zijn thuisstad Sint-Niklaas, waar burgemeester Lieven Dehandschutter (N-VA) nu aangeeft dat de tijd rijp is om de Leopold II-laan van naam te veranderen. Van Bellingen pleitte daar in 2010 als schepen al voor, maar ondervond toen nog heel wat weerstand. “Eigenlijk was toenmalig burgemeester Christel Geerts (sp.a) ook voorstander. Ons progressief kartel van sp.a, Groen en SOS-2012 wilde die naamsverandering, maar binnen de meerderheid was er helaas geen meerderheid (het kartel zat toen in een coalitie met CD&V-N-VA, red). Ik zou uit de biecht kunnen klappen, maar dat doe ik niet. Ik ben vooral blij dat de CD&V-jongeren nu met het hele verhaal mee zijn. In de trouwzaal heeft trouwens ook altijd een groot portret van Leopold II gehangen. Dat heeft ook al voor veel discussie gezorgd. Het hangt er nu niet omwille van onderhoudswerken, maar ik kan me niet voorstellen dat het nog terugkomt. Wél een straatnaam veranderen, maar het portret laten hangen? Nee, dat zie ik niet gebeuren.”

“Hoopvol door jongere generaties”

“Ik ben heel blij dat alle fracties in de gemeenteraad er nu wél achter staan. In 2010 werd ik met mijn voorstel om die straatnaam te wijzigen bijna afgemaakt door sommige opiniemakers. Ik kreeg heel Vlaanderen over mij heen. Eerst lachten ze met mij, dan negeerden ze mij, dan bekampten ze mij, maar na een tijdje win je dan toch. Dat doet me plezier. In tien jaar tijd kan er dus wel wat veranderen. En dat komt vooral door de jongere generaties. Zij stemmen mij hoopvol. Jongeren groeien vandaag op in een andere, veel meer diverse wereld. Zij stellen zich vragen én ze hebben makkelijker toegang tot bronnen over alle mogelijke onderwerpen. En er wordt ook meer geluisterd, vind ik.” 

Impact van corona  

“Uiteraard heeft de dood van George Floyd in de Verenigde Staten de problematiek heel nadrukkelijk en op een schokkende manier blootgelegd. Maar er is nog veel meer dat speelt. En vergeet ook de impact van corona niet. Veel mechanismen zijn duidelijker geworden. Deze periode is een bewustwording over solidariteit en verbondenheid. Ons gedrag heeft in deze tijden immers impact op het welzijn van anderen. We zijn allemaal met elkaar verbonden. Dat heeft corona heel duidelijk gemaakt.”

Gekleurde vrouw

En een nieuwe naam dan, voor de Leopold II-laan? Van Bellingen was indertijd voorstander om er de Maurits Coppieterslaan van te maken, naar de Sint-Niklase politicus (1920-2005) die het boegbeeld werd van de progressieve vleugel binnen de toenmalige Volksunie. Nu denkt hij er anders over. “Maurits Coppieters zou in 2020 honderd jaar geworden zijn, dus dat lijkt een goeie aanleiding. Maar toch denk ik dat het in 2020 beter is om voor de naam van een gekleurde vrouw te kiezen. Dat zou Coppieters ongetwijfeld zelf ook een beter idee gevonden hebben. En even belangrijk is de manier waarop zo’n naam wordt gekozen. Het zou heel waardevol zijn om daarbij de Sint-Niklazenaren met Afrikaanse roots actief te betrekken, door met hen en nog andere gemeenschappen in dialoog te gaan. Geen participatie, maar een dialoog, omdat een dialoog uitgaat van gelijkwaardigheid. Het hoeft ook allemaal niet te snel te gebeuren. Láát het gebeuren, benut deze uitgelezen kans om te tonen dat ook in Sint-Niklaas ‘everybody’s lives matter’. Een symbolisch persoon een plaats geven in ons stedelijk erfgoed, dat betekent echt wel iets.”

’Vroeger had je cafés waar uithing: migranten niet welkom. We zijn níét intoleranter geworden’

De Standaard/dS Weekblad: Antwerpen – 29 Jun. 2019

Pagina 16

Het integratiebeleid is failliet. Het is al tig keer gezegd en geschreven. ‘Klopt niets van’, zegt Wouter Van Bellingen, directeur van Integratiepact vzw. Hij heeft goede hoop. ‘We moeten ons niet laten gijzelen door de uitersten. De middengroep is groter.’

Filip Rogiers, foto’s Kristof Vadino

IMG_2705Hij las in Knack een interview met de hoogbejaarde Paula D’Hondt, van 1989 tot 1993 Koninklijk Commissaris voor het Migrantenbeleid. Ze zei dat iedereen haar vergeten was. Dat niemand haar vele honderden pagina’s tellende rapporten echt gelezen had. Een paar dagen later kreeg ze post én bloemen van Wouter Van Bellingen. ‘Wij zijn u níét vergeten, mevrouw D’Hondt’, stond er op het kaartje.

Met ‘wij’ doelde hij op het Integratiepact dat hij sinds 2016 op vraag van de Vlaamse regering leidt. Dat pact is geen tekst, maar een vzw. ‘Een beweging’, noemt hij het zelf. Dit is geen semantiek, het is de kern van de zaak. ‘In stenen gebeitelde pacten? Dat is iets van de vorige eeuw. Integratie of inclusieve diversiteit, zoals ik het liever noem, is een permanent werk. Nooit af, nooit statisch.’

We spreken Van Bellingen in de marge van een ‘leermoment’ in Leuven. Eerder dan de directeur noem je hem beter de facilitator van een community met een wisselende samenstelling. Vele tientallen mensen van diverse organisaties, scholen, ngo’s en overheidsinstellingen praten, denken, studeren en werken onder zijn auspiciën al drie jaar aan proefprojecten, goede praktijken en nieuwe inzichten.

Van klacht tot kracht, dat is waar het volgens Van Bellingen met die bijna dagelijks geproblematiseerde diversiteit naartoe moet. Het is taai en traag en verdraagt slogans noch overhaasting, euforie noch defaitisme.

U werkte in stilte en in de diepte. En dan loopt het op oudejaarsavond in Molenbeek uit de hand. Of komt er weer een Zwarte Zondag.

(lacht) ‘Laat me raden, uw eerste vraag: zakt de moed u niet in de schoenen?’

Ja.

’Nee. We hebben hier van meet af aan afgesproken dat we ons niet zouden laten afleiden door steekvlammen of de waan van de dag. In Vlaanderen zijn we erg slecht in de lange termijn. Nederland en Angelsaksische landen zijn daar beter in. Als je een acuut probleem hebt, moet je dat hier en nu oplossen. Wil je een taart? Zoek een recept en ga aan de slag. Om op de maan te komen, heb je iets meer handling en procedures nodig. Maar écht complexe problemen – klimaatcrisis, armoede, diversiteit – vergen een erg lang volgehouden inspanning, een voortdurend proces. Diversiteit is complex. Aan oplossingen werk je met vallen en opstaan en niet op de bühne, maar erachter. Het is zoals met de opvoeding van een kind: je hebt er veel tijd en een heel dorp voor nodig. En elk kind is anders.’

26 mei 2019 is natuurlijk iets meer dan een waan van de dag?

(haalt de schouders op) ‘Schrok u echt van de forse winst voor Vlaams Belang? Ik niet. Ik ben voor het eerst gaan stemmen op 24 november 1991, ik heb alleen maar Zwarte Zondagen gekend en de zwartste was die van 2004. Is het een probleem? Uiteraard. Maar laten we vooral niet weer de fout maken om de spots alleen op die ene partij te richten. Dat gestaar in de lichtbak ontslaat de anderen ten onrechte van verantwoordelijkheid. Iedereen is verantwoordelijk. En het begint bij onszelf. Dat is ook de geest waarin wij werken bij en met het Integratiepact. Verwacht van ons geen kreten à la “het is de schuld van het onderwijs!” of van zus of zo. Wat kan ík doen en wat kunnen we samen doen? Er is geen alternatief. We hebben iedereen nodig.’

Velen krijgen niet het gevoel dat ze nodig zijn. Ook als ze hier geboren zijn. De verkiezingsuitslag, Twittertrollen, de voxpop? Alles schreeuwt hen toe dat ze een last zijn, niet welkom. Unia zag het aantal klachten in vijf jaar tijd verdubbelen.

’Omdat er meer gemeten wordt? Maar ik begrijp uw vraag. Ik ben getrouwd in 1997 en na een zoveelste Zwarte Zondag vroegen we ons ook af of we in deze grimmige omgeving wel kinderen wilden. In 2001 werd mijn zoon geboren en in 2004 mijn dochter. Na elke verkiezing krijg ik de vraag van mensen: moeten we hier blijven? De Koning Boudewijnstichting is in een onderzoek tot de conclusie gekomen dat van de Belgen met Afrikaanse roots de hoogst opgeleiden vaak de grootste armoede kennen. Ik ken jonge, hoogopgeleide mensen die zeggen: sorry, ik ben hier geboren, maar als ik hier niet aanvaard word, ben ik weg. Die kunnen overal ter wereld aan de slag. Die braindrain kunnen we ons niet permitteren.’

Alle algjes

Paula D’Hondt schreef het ook al, zegt hij, dat we iedereen nodig hebben. Dat, zoals Herman de Coninck het na 24 november 1991 schreef, álle algjes in de zee aan het werk moeten. ‘Er zat in haar rapport met een waslijst aan voorstellen ook een economisch luik. Als we de participatie van mensen met een migratieachtergrond aan de arbeidsmarkt met 3 procent hadden kunnen opkrikken, zou ons dat tegen 2010 elk jaar 2 procent extra bruto binnenlands product hebben opgeleverd. Meer werk voor iedereen, meer inkomsten voor de sociale zekerheid en de pensioenen, de zorg en het onderwijs, iedereen beter af.’

’Als de overheid niets onderneemt, waarschuwde mevrouw D’Hondt, zullen we verder achterop geraken ten opzichte van andere Europese landen. Wel, dat is gebeurd. In de jaren 90 verkochten we goud, overheidsgebouwen en wat al niet om de Maastrichtnormen te halen. We hadden beter maximaal geïnvesteerd in de werkzaamheidsgraad van mensen met een migratieachtergrond. Dan had onze begroting vandaag structureel een overschot zoals Nederland.’

Er volgt een diepe zucht. En dan, met klemtoon op elke lettergreep: ‘Mevrouw D’Hondt was visionair, hé. Maar niemand weet dat nog. Het gros van wat ze schreef, ben ik de afgelopen jaren trouwens in bi-bliotheken moeten gaan zoeken. Het staat niet op internet.’

Het wordt dan ook wel eens ‘het rapport dat niemand las’ genoemd.

’Dat is ook niet helemaal waar. In de loop van de jaren hebben partijen er hier en daar kersen uit gepikt, zoals het hun uitkwam. Maar het was een totaalpakket, een syste-mische aanpak. Mevrouw D’Hondt hamerde bijvoorbeeld ook al op het belang van inclusief onderwijs. Ettelijke hervormingen later zijn we daar nog altijd niet in geslaagd. Het drama is dat de enen te weinig of niets hebben gedaan met haar inzichten en dat de anderen ze erg gewiekst misbruikt hebben. (schamper) Soms leek het wel alsof geen enkele partij Paula D’Hondt beter begrepen had dan het Vlaams Belang.’

U zegt?

’D’Hondt had het onder meer over de plaats van de islam. Ze waarschuwde voor culturele problemen als we volgend op de officiële erkenning in 1974 de islam niet ook daadwerkelijk maatschappelijk zouden erkennen. Ze zei dat er nood was aan de vorming van een Europese islam, een islam die de waarden van Europa onderschreef. Daar zien we nu eindelijk een beetje een aanzet toe, maar dat is een kwarteeuw genegeerd. Praten over de plaats van de islam bleef een taboe. Samenlevingsproblemen? Dat was een kwestie van veiligheid, het had niets met religie of cultuur te maken. We miskeken ons daarop, omdat de kerk in eigen land op de terugweg was en de maatschappij aan het seculariseren. De ironie is trouwens dat het geld voor de veiligheidscontracten van de jaren 90 uit een potje van Justitie kwam dat was aangelegd met de lonen die niet meer naar de kerk moesten gaan vanwege het dalende aantal priesters.’

Welke garantie hebt u dat uw werk vandaag wél gezien zal worden? De politieke sterren staan niet bepaald gunstig. Houdt u uw hart niet vast als u leest dat de N-VA en Vlaams Belang in de Vlaamse formatiegesprekken elkaar tot op zekere hoogte hebben gevonden als het over inburgering gaat?

’U overschat de rol van de politiek. Toen ik aan deze job begon, heb ik lang gesproken met professor Luc Huyse. In onze complexe wereld zijn netwerken de motor van oplossingen. Het Integratiepact is een zogenaamde ruggengraatorganisatie, de overheid is een van vele partners. Een weliswaar belangrijke factor naast andere.’

IMG_2706Ze bepaalt de subsidies voor het middenveld.

’We hebben de afgelopen jaren ook nagedacht over alternatieve financiering en verdienmodellen. Maar dit is niet de kern van de zaak. Wat moet gebeuren, zal gebeuren. Wist u dat de grootste investeerders op wereldniveau tegenwoordig bedrijven waarschuwen dat de geldkraan dicht gaat als ze geen actieplan rond diversiteit hebben? En waarom? Omdat bewezen is dat bedrijven met meer diversiteit betere beslissingen nemen. De enige bank in IJsland die níét omverviel, werd overigens geleid door vrouwen. Die belegden slimmer, meer verantwoord.’

’Diversiteit heeft eigenlijk niets met kleurtjes te maken, maar alles met verandering. Dat heeft tijd nodig. Zo ging dat ook met gendergelijkheid. Eerst kreeg je speldenprikken van hen die voor emancipatie streden. Na de oorlog kwam er vrouwenstemrecht. Ik ben in Sint-Niklaas schepen van Burgerlijke Stand geweest. Wist je dat vrouwen pas sinds 1976 geen onderdanigheid meer aan hun man moeten zweren? Vervolgens kwamen er wettelijke instrumenten, vrouwen kwamen in het parlement. Herinner u wat Nelly Maes, mijn politieke moeder, te horen kreeg van Louis Major (’Wijven moeten geen complimenten maken’, red.). En vandaag is er MeToo. Eindelijk! We vinden het maar normaal dat vrouwen gelijk worden behandeld en dat je bepaalde woorden niet meer gebruikt.’

’Elke complexe verandering in de samenleving doorloopt diezelfde curve: een drietrapsraket van innovatie en voorlopers, gevolgd door wetgeving en dan, finaal, gedragsverandering. Met inclusieve diversiteit zal het net zo gaan. Er zijn vandaag al goede praktijken en wetgevende initiatieven, hoe onvolkomen ook. Maar wat ook de kleur van de partij of regering wordt, de komende jaren zal de politiek mee met de samenleving en, niet het minst, de markt opschuiven.’

Het probleem kan té acuut worden, de remediëring voorbij.

’Je forceert het niet, er is altijd tijd nodig. Jean-Luc Dehaene gaf graag het voorbeeld van Amerika: de zwarte bevolking kon daar pas echt vooruitgang boeken toen er een middenklasse kwam die de motor kon zijn van die emancipatiegolf. En op dat punt zijn we nu stilaan ook bij ons in Vlaanderen en België aanbeland, 30 jaar na Paula D’Hondt.’

Dat het integratiebeleid gefaald is, zoals iedereen tegenwoordig zegt, doet er dus niet toe?

’Het klopt niet. Er is veel gebeurd, maar het effect is niet altijd even zichtbaar. Er zijn heel goede praktijken geweest, maar de overstap van praktijk naar beleid liet vaak te wensen over. Maar het integratiebeleid is geen mislukking.’

Nochtans krijgen we daar bijna dagelijks illustraties van. De voorbije week nog met de vaststelling dat je in sommige straten van Molenbeek als homo nog altijd maar beter niet met je vriend hand in hand loopt. En dat we dat tijd moeten geven, nog meer tijd.

’Men gooit alles op één hoopje. Als je kijkt vanwaar we komen in dit land, is het glas inzake diversiteit halfvol. Je had het net over het aantal klachten bij Unia? In de jaren 80 kon je nergens gaan klagen en vond je nog cafés waar op een bordje open en bloot stond dat migranten niet welkom waren. In de integratiesector werk ik elke dag met mensen die zeggen dat ze twintig jaar geleden op hun eentje aan de kar begonnen te trekken, nu hebben ze ettelijke medewerkers en vrijwilligers. De Vlaming is de afgelopen twintig jaar níét intoleranter geworden.’

Veel studies wijzen toch op het tegendeel? Zelfs in die mate dat ‘Knack’ vorig jaar opperde dat het racisme misschien wel in het DNA van de Vlaming zit.

(schudt het hoofd) ‘Ik zie andere onderzoeken. Die van de studiedienst van de Vlaamse regering of die van Equinet (European Network of Equality Bodies, een ngo die sociale gelijkheid promoot en nationale organisaties, zoals Unia, daarin ondersteunt, red.), die in heel de Europese Unie onderzocht hoe mensen tegenover diversiteit staan. Wat blijkt? De Belgen staan positief tegenover het mensenrechtenverhaal. De gemiddelde Vlaming is niet racistisch, hij heeft wel een dieperliggend probleem en dat is zijn gebrek aan veerkracht. Onze zenuwen staan vaker gespannen. Ook dat blijkt uit veel indicatoren, tot ons hoge medicijngebruik toe.’

’Misschien is het door de verzuiling dat we zo weinig schokbestendig zijn voor confrontatie met het nieuwe, het andere. Binnen je zuil kon je van de wieg tot het graf perfect functioneren zonder dat je het ooit aan de stok hoefde te krijgen met iemand met een andere visie of geaardheid. Die pacificatie, zoals dat heette, had voordelen, maar het heeft er wel toe geleid dat we slecht zijn in conflictmanagement. We kruipen in onze schulp en ontploffen, misschien door een op zich triviale trigger. Als er dan op zoveel fronten tegelijk druk op je samenleving komt – klimaat, migratie, technologische evolutie -, kookt het potje snel over. Dat leidt van onwetendheid en onbegrip over wantrouwen en vooroordelen tot radicalisering. Dat manifesteert zich vandaag op alle beleidsdomeinen.’

In een spraakmakend interview aan de vooravond van 24 november 1991 zei Paula D’Hondt dat we met een aansteker boven een gasbel speelden. Is het vandaag zoveel beter? Ik lees in een van uw teksten dat ook u beseft dat u werkt ‘midden in tijden van conflict’.

’Ja natuurlijk, er is de polarisering, er zijn de extreme frames – voor de een is de islam hét probleem, voor de ander is iedereen racist. En je merkt het in alles en over zowat elk thema, zoals recentelijk over de Mobi-score. Die uitvergrote tegenstellingen worden danig dominant dat het lijkt – ik zeg: lijkt – alsof er geen middengroep is en alsof die groep niet véél groter is dan de uitersten. Bruggenbouwers zijn in het verleden misschien te snel in die val getrapt. Ik ook. Als er polarisering is, focust een bruggenbouwer zich op die twee tegengestelde posities. Hij tracht het onverzoenbare te verzoenen. Juist daardoor zet je nog meer schijnwerpers op die uitersten, vaak al dan niet onbewust versterkt door pers en sociale media. Het is verloren energie. Ik doe het niet meer, ik concentreer mij op de middengroep. Wat wil die? Wat wil de Vlaming, de Belg, de Europeaan en wellicht iedere mens? Elke survey zal je hetzelfde zeggen: hij of zij wil een opleiding, een inkomen en een fatsoenlijke woonst.’

Het valt op: u ziet integratie veel breder dan de aloude dichotomie Vlaming-migrant?

’Dat is het helemaal. De zichtbare polarisering vertroebelt het beeld misschien, maar de waarheid is dat ook die dichotomie stilaan niet meer relevant is. De Belgische samenleving was tot het einde van de vorige eeuw heel erg ingedeeld in wij en zij: werkgever en werknemer, katholiek en vrijzinnig, autochtone Belg en migrant. Die eenduidigheid is er niet meer. En weet je wat? Dat marcheert. Eerder dit jaar bleek uit de Stadsmonitor dat Antwerpen meer inwoners met een migratieachtergrond dan autochtonen telt en dat is geen issue meer. Dat wordt door het gros van de mensen niet meer, en al zeker niet problematisch, gepercipieerd als een wij/zij-kwestie. We zijn allemaal wijtjes geworden. Het is daar, in die middengroep, dat je aan veerkracht kunt werken. Het is daar dat je meerwaarde kunt creëren, en dan niet enkel in de puur economische zin, maar ook ecologisch en maatschappelijk. Wist je trouwens dat geen enkele regio in Europa zoveel vrijwilligers telt als Vlaanderen? Liefst één miljoen.’

IMG_2707Klinkt mooi, dat ‘iedereen is nodig’ en ‘allemaal samen’, maar hoe krijgen we het soort medeburger dat pakweg dweept met Sharia4Belgium of Schild en Vrienden mee?

’Moet dat? Moet je daar je energie in steken? We moeten ons niet laten gijzelen door de uitersten. Met de middengroep kun je aan de slag, voorbij de polarisering. Weet je, na elke Zwarte Zondag of andere grote gebeurtenis ga ik in Sint-Niklaas altijd naar hetzelfde café. Vroeger was het publiek er dieprood, nu al vele jaren donkerbruin. Maar ik ben er welkom. Ik heb er al eens uitgelegd dat onze welvaart na de oorlog mee gebouwd is over de rug van de kolonies. Het was niet alleen het Marshallplan, het was ook omdat we de grondstoffen uit Afrika onder de prijs hebben kunnen verkopen op de wereldmarkt. Dat mensen vandaag van ginder naar hier komen, is dus niet zo gek, het is een kwestie van solidariteit. Dat begrijpen redelijke mensen wel hoor, zelfs als ze eerst een half uur hebben gesakkerd op de vluchtelingen. Dat is het hele werk dat diversiteit heet, nogmaals, niet op de bühne maar erachter. Laten we met elkaar praten, elkaar in de ogen kijken en niet met meel in de mond spreken. Geen shaming and blaming, maar contact met kennis, empathie en inzicht. En actie, vooral actie!’

Zouden we baat hebben bij een oefening zoals de Zuid-Afrikaanse waarheidscommissie?

’Helemaal. Als je ergens het racisme tot op het bot voelt, is het wel daar. Er is gemoord en toch is er nadien gepraat. Ubuntu. Ik besta omdat jij bestaat, de bewaker en de gevangene, de vorige, de huidige en de volgende generaties. De wonde open, de etter eruit en dan genezen. Dan kun je verder, moet je samen verder. Ik ontmoette er twintig jaar geleden een bewaker. Toen die hoorde dat ik uit België kwam, kon hij dat amper geloven. Een zwarte in Europa? Dat kon niet, voor zijn generatie was het ondenkbaar dat iemand zoals hij ooit in Europa zou kunnen belanden en daar floreren. “Mijn kinderen misschien wel”, zei hij. “Mijn kleinkinderen zeker.” Dat is evolutie.’

www.integratiepact.be

Filip Rogiers

Copyright © 2019 Mediahuis. Alle rechten voorbehouden

“Diversiteit is de uitdaging van de toekomst” interview in deMens.nu .

Als nieuwe directeur van het Minderhedenforum werkt hij in de Vooruitgangstraat. Dat treft, want Wouter Van Bellingen kijkt de toekomst positief tegemoet. Hij verliet de Sint-Niklase politiek om in het middenveld verder te bouwen aan een wereld waarin iedereen meetelt en mensenrechten geen loos begrip zijn. “De samenleving tolereert discriminatie niet meer.”

Atheïst tot in de kist

Je bent protestants opgevoed. Je gelooft dus in een god? Ik geloof wel in iets, maar net zoals zoveel mensen ben ik er niet uit wat dat ‘iets’ precies is. Ik laat het open. Ik zie het protestantisme dus als basis, maar niet als eindpunt. Het gaat bij mij meer over waarden, zoals respect voor elkaar en mensenrechten. Die waarden vind ik trouwens ook terug in de vrijzinnigheid, in het boeddhisme en in andere godsdiensten. Ik wil niet halsstarrig aan iets vasthouden, ik ga altijd op zoek naar het gemeenschappelijke.

 

Wat vind je van het hele debat rond religieuze symbolen in openbare functies?

Ik mis een gebrek aan empathie. Want uiteindelijk heeft het ook te maken met het zoeken naar identiteit. De eerste generatie vrouwen met migratieachtergrond ging niet werken en was dus minder zichtbaar. De tweede en de derde generatie vrouwen willen wel participeren in de samenleving, maar doordat ze die participatie moeten vragen of eisen, krijgen we een conflictmodel. Nochtans is integratie geen conflictverhaal, het gaat om mensen die aansluiting zoeken bij onze samenleving. Dus moeten we in dialoog treden met elkaar. Er is heel veel dat ons bindt. Maar wij focussen ons te veel op wat ons scheidt. Het hoofddoekendebat is trouwens een rare discussie, want er wordt uitgegaan van neutraliteit. Maar neutraliteit bestaat niet, enkel objectiviteit. De gedachte dat een ambtenaar met een hoofddoek, tulband, kruisje of keppeltje niet onpartijdig kan zijn is niet meer dan een vooroordeel. Het getuigt ook van een enorm wantrouwen in hun professionaliteit. Dit maatschappijgevoelig thema wordt in Vlaanderen gemonopoliseerd door een aantal vooraanstaande moraalfilosofen. Hun eenzijdige benadering heeft geleid tot een wantrouwen tegenover religie en levensbeschouwing in het openbaar ambt. Misschien moeten we in Vlaanderen de beleving van religie en filosofische overtuigingen ook eens bekijken vanuit het oogpunt van de rechten van minderheden? Zo legt dit debat volgens de Nederlandse rechtsfilosoof en jurist Wibren van der Burg een tragische spanning in ons democratiebegrip bloot. Namelijk de spanning tussen de wil van de meerderheid en de rechten van de minderheid.

 Dirk Verhofstadt noemt atheïsme de basis van de moraal, en godsdienst een agressief makende drug. Het is de economie die het slechtste in de mens naar boven haalt, maar dat wordt overgoten met een sausje godsdienst of het wordt in godsdienst verpakt. Op zich is religie iets heel respectvols, maar het is de mens die bepaalt wat ermee gedaan wordt.  

 Durven denken

Je bent een dwarsligger. Waarom ga je graag tegen de stroom in?

Een spoor wordt gelegd op dwarsliggers. Iemand zei me ooit: “Een vogel kan enkel vliegen door tegenwind. Hoe meer tegenwind, hoe hoger hij vliegt”. Toen ik groepsleider bij scouting werd, was de groep op sterven na dood. Nu twintig jaar later, is het de grootste jeugdbeweging van Sint-Niklaas. We hebben onze groep aangepast aan de samenleving: we hebben bepaalde takken gemengd gemaakt en externen aangetrokken die onze manier van werken in vraag stelden. Door die interne reflectie is de groep blijven groeien. Kritisch denken loont. 

 
Wat roept je verontwaardiging op?

Een rechtsstaat die niet functioneert. Neem nu het verhaal van Landen. De burgemeester wil woonwagenbewoners wegjagen met luide muziek van een dj. Voor mij was dat fundamenteel onrechtvaardig: een burgemeester die aangesteld wordt om de openbare orde te handhaven, lapt wetsregels aan zijn laars. En de overheid zwijgt en keurt dus goed. De dj in kwestie wordt een cultfiguur en mag vervolgens op een festival gaan draaien. Ik kan niet uitleggen aan mijn zoon van dertien jaar dat je vandaag een gratis ticket voor Tomorrowland krijgt als je kinderen wegpest. We leven in een rechtsstaat, waarbij procedures werden ontwikkeld om mensenrechten te beschermen. Worden deze niet nageleefd, dan komen we in barbarij terecht. Ik betaal heel graag belastingen, maar de staat moet wel functioneren. Anders klop ik op tafel. 

 
Je bent een doorbijter. 

Af en toe moet je doorbijten om resultaten te boeken. Als je A zegt, moet je ook B doen. Het rendeert als je consequent je principes aanhoudt. Mijn uitspraken zijn doordacht en onderbouwd. Ik werk rationeel, met cijfers, en zo vorm ik mijn visies. Daarom heb ik ook veel problemen met de waan van de dag. Er is de oorzaak, de aanleiding en het gevolg. Door dat langetermijndenken lijken mijn uitspraken op het moment zelf niet altijd even evident, maar – dat klinkt misschien pretentieus – achteraf zeggen mensen vaak: “ge had gelijk”. Gelijk hebben is één, gelijk krijgen is twee. Gelijk hebben is makkelijk. Gelijk krijgen is de realiteit die je inhaalt.  

 
Vrijheid als hoogste goed

Hoe ver gaat voor jou de vrijheid van meningsuiting? 

Ik neem niet snel een blad voor de mond, maar ik vind dat je steeds respectvol moet blijven en niet mag kwetsen. Op de bal spelen dus, en niet op de man. Ik kan perfect met iemand op de politieke en zelfs publieke bühne discussiëren en op menselijk vlak voor hem in de bres springen. Zoals sportlui: op het veld harde competitie en nadien in de kantine samen een pint drinken. Soms keert die harde aanval op het veld zich toch tegen mij, en krijg ik persoonlijke aanvallen. 

 
Hoe ziet jouw ideale wereld eruit?

Een wereld waarin mensen beoordeeld worden op hun capaciteiten en niet op hoe ze eruitzien. Een wereld waarin talenten en gelijke kansen op de eerste plaats komen en mensen niet in een keurslijf gestoken worden. Ieder heeft een talent waarmee hij of zij kan bijdragen aan een betere samenleving. Maar dan moeten we discriminatie uitbannen. En ik heb het dan niet alleen over mensen met een andere huidskleur, maar ook over alleenstaande vrouwen, die niet kunnen gaan werken omdat de kinderopvang te duur is. Of over mensen met een beperking. 

 
Eén voor allen, allen voor één. Zal discriminatie ooit verdwijnen?

Discriminatie is des mensen net zoals diefstal, maar als samenleving moeten we het signaal blijven geven dat dit onaanvaardbaar is en nooit gedoogd kan worden. Dat is mogelijk. In de vorige eeuw emancipeerden eerst de arbeiders, mannelijke arbeiders weliswaar, en dit onder druk van het communisme. Nadien kwam ook de erkenning van gelijke rechten voor vrouwen, die strijd is nog niet gestreden. En nu wordt het tijd om ook de andere kansengroepen, dat zijn mensen met een migratie-achtergrond, maar evengoed mensen met een beperking of holebi’s, ten volle te laten participeren in de samenleving. Het feit dat er een Minderhedenforum bestaat, betekent dat de samenleving discriminatie niet meer tolereert. Vlaams minister-president Geert Bourgeois zei in zijn speech voor werkgeversorganisatie VOKA dat discriminatie verwerpelijk is en dat werkgevers meer ‘vreemdelingen’ moeten aantrekken. Dat woordje ‘vreemdeling’ behoort tot zijn taalgebruik, dus het is niet geschreven door een speechschrijver: het komt uit het diepst van zijn ziel. Dan krijg ik kippenvel en dan reik ik hem de hand. De economische realiteit dwingt ons bovendien tot een andere houding. We hebben iedereen nodig op de arbeidsmarkt, dus ook diegenen die tot nu toe minder actief waren.

 

Je werkt niet voor niets in de Vooruitgangstraat?

Inderdaad! Ik geloof echt dat we leven in een tijdperk van verandering, net zoals in de late middeleeuwen. Dat was een fascinerende periode. Mensen kwamen toen ook uit een periode van chaos, ze vroegen om orde, om zingeving. In de late middeleeuwen zijn dan een aantal waarden gecreëerd, die uiteindelijk naar het humanisme hebben geleid. Zonder de middeleeuwen hadden we nooit een verlichting gekend! Vandaag staan we, mede door de crisis, opnieuw op zo’n punt en moeten we ons afvragen waar we als maatschappij naartoe willen. We evolueren reeds naar een ander model, waar de digitale revolutie en de globalisering ervoor zorgen dat afstanden niet meer bestaan. De economie komt terug naar de eigen stad, met minder CO2-uitstoot en meer tewerkstellingsmogelijkheden. Deeleconomie, 3D-printers en de Ubers van deze wereld zwaaien al de plak. Een aantal jobs zal een radicale koerswijziging ondergaan, denk maar aan advocaten, die via computers aan kansberekening kunnen doen en zo de resultaten van hun rechtspraken kunnen bepalen. De vraag is nu: hoe gaan we deze ingrijpende veranderingen als samenleving inkapselen? Kiezen we een model dat op waarden gestoeld is of dat door winst gedreven wordt?

 

Voor welke waarden strijd jij?

Voor mensenrechten. Voor vrijheid en verantwoordelijkheid. Op die waarden is de Belgische en de Vlaamse samenleving geschraagd. Het evenwicht tussen vrijheid en verantwoordelijkheid moeten we ook aanhouden voor de toekomst, waarbij diversiteit dé uitdaging wordt.

 

Bemin je naaste als jezelf

Ben je een leider of een teamplayer? 

Dat kan ik zelf niet stellen. Leiderschap, dat krijg je. Maar zonder team kom je nergens. Ik neem mijn verantwoordelijkheid. Als dat leiderschap is, ben ik een leider. Ik heb dat van thuis uit meegekregen, mijn vader was heel consequent en mijn moeder heeft een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Ik denk dat die twee zaken mij gevormd hebben. Ik ben ook een product van mijn tijd, van de grote manifestaties voor Nelson Mandela, Amnesty International, Greenpeace… Ik ben nog altijd een ancien Greenpeace. De beweging heeft ook een hoog fuck you-gehalte, dat spreekt me heel erg aan: mensen die met speedbootjes tankers aanvallen. Je moet niet groot zijn, als je maar flexibel bent. Ik ben liever een speedboot dan een tanker. 

 
Werk je graag samen?

Samenwerken is keuzes maken, en mensen kiezen niet graag. Maar pas als je een keuze maakt, kan je de volgende stap nemen. Ik ben een echte bruggenbouwer. Ik heb een Vlaamse achtergrond, maar Afrikaanse ouders, een Vlaamse achternaam, maar een Afrikaanse huid. Ik ben protestants opgevoed maar sta open voor de vrijzinnigen. Nu werk ik voor het Minderhedenforum, maar ik ga aan tafel zitten met VOKA en UNIZO, de politici, academici en de media, het kerkelijk en katholiek onderwijs… We moeten ook samenwerken: momenteel leeft bijna vijftig  procent van onze achterban van etnisch-culturele minderheden onder de armoedegrens. De werkloosheid is verdubbeld op tien jaar tijd, 30 procent van de jongens en 25 procent van de meisjes met een migratieachtergrond zitten zonder diploma. Dat zijn ongelofelijke uitdagingen voor de samenleving. Dan kan je niet enkel roepen, dan moet je met iedereen in dialoog gaan. 

 
Ben je zelf ooit van mening veranderd? 

Wie nooit van mening verandert, is een dommerik. Als niemand zijn mening verandert, praten we tegen stenen. We moeten elkaar beïnvloeden en elkaar ontmoeten, maar er is wel een ondergrens: trouw blijven aan je waarden. Dat is je DNA. Pas op: bijsturen mag, maar het gaat dan eerder om het veranderen van tactiek. Als je niet over de berg kunt, ga je er langs. Punt is aan de andere kant te willen geraken. Mijn tactiek veranderde ook: ik ben van het middenveld naar de administratie en dan naar de politiek overgestapt. Nu stap ik weer over naar het middenveld. Omdat ik vind dat het middenveld nu meer dan ooit een rol kan spelen. Maar die stappen zijn maar instrumenten, ik blijf dezelfde waarden verdedigen. Mensenrechten zijn mijn DNA. 

 Julie Van Garsse, deMens.nu-magazine

’Vlamingen hebben meer sympathie voor dieren dan voor migranten’ Artikel uit het Nieuwsblad

’Vlamingen hebben meer sympathie voor dieren dan voor migranten.’ Die opmerkelijke uitspraak van Wouter Van Bellingen, directeur van het Minderhedenforum, wordt volmondig beaamd door Jozef De Witte, directeur van het Interfederaal Gelijkekansencentrum. ‘Is het niet vreemd dat oude volksgewoonten zoals het drinken van visjes, zonder al te veel tegenkanting worden afgevoerd, maar dat de discussie rond Zwarte Piet zoveel gehuil oproept?’

Racisme in Vlaanderen, het bestaat. Dat zegt Wouter Van Bellingen, de nieuwe directeur van het Minderhedenforum. ‘Vlamingen hebben kennelijk meer empathie voor dieren dan voor migranten’, zegt de voormalige schepen van Sint-Niklaas in het weekblad Knack. ‘In de loop der jaren heb ik gemerkt dat de aandacht voor beestjes alleen maar groter is geworden. Met dank aan Greenpeace, die de zeehonden- en walvissenvangst aan banden kon leggen. Ook de inspanningen van Gaia, dat volop de strijd voert tegen onverdoofd slachten, hebben heel wat opgeleverd. Die organisaties zijn erin geslaagd om dierenrechten op de agenda te zetten. Het zou fijn zijn die evolutie ook op menselijk vlak te zien.’

Volgens Ico Maly, afgevaardigd bestuurder van de interculturele beweging Kif Kif, schuilt er in de uitspraken van Van Bellingen ‘helaas heel wat waarheid’.’ ‘Historisch gezien zeker. In de jaren tachtig werden nieuwe migratiestromen beantwoord met een extreemrechts politiek discours. In diezelfde periode zien we ook de eerste dierenrechtenorganisaties bovendrijven. Terwijl enerzijds hulp ingeroepen werd voor panda’s en andere schattige beestjes, werden we aan de andere kant om de oren geslagen met debatten over migranten die massaal ons werk kwamen afpakken. Dieren werden gezien als bedreigd, migranten als bedreigend voor ons.’

Visjes drinken vs. Zwarte Piet

Maar alle schuld op ‘de Vlaming’ steken is ‘té kort door de bocht’, vindt Maly. ‘In deze discussie gaat het niet over hoe de Vlaming is, maar wel wat hij aangeleerd kreeg. Als de nieuwe staatssecretaris voor Asiel en Migratie migranten beoordeelt op hun economische productiviteit en niet vanuit de fundamentele mensenrechten ( Theo Francken stelde zich openlijk vragen over de financiële meerwaarde van immigranten uit Marokko, Congo en Algerije, nvdr.), dan ligt schijnbaar niemand daar wakker van. Die mensenrechten zijn blijkbaar bijkomstig geworden. En dat is gruwelijk.’

’Vlamingen zijn opgevoed in een monoculturele, verzuilde samenleving, waarvan je niet kan verwachten dat die van de ene dag op de andere zal veranderen. Want dan stuit je op weerstand’, zegt directeur van het Interfederaal Gelijkekansencentrum Jozef De Witte. ‘Is het niet vreemd dat oude volksgewoonten, zoals het drinken van visjes of het kattenwerpen in Ieper, zonder al te veel tegenkanting worden afgevoerd, terwijl de discussie rond het al dan niet verdwijnen van Zwarte Piet – eveneens een oude volksgewoonte – zoveel gehuil oproept? Ook dat heeft met empathie en erkenning te maken. Zonder in een wij-zij-debat te verzanden, moeten we de context die we meekregen in vraag durven te stellen. Neutraal zijn we al lang niet meer. Maar laten we dan alstublieft rekening houden met de gevoeligheden van iedereen. In het geval van de goedheilige man en zijn knecht moeten we evolueren naar een ander leuk gebruik waar iedereen zich in kan vinden. Ook de minderheden. Er valt echt geen tijd te verliezen.’

Dwingende maatregelen

Toch is Van Bellingen niet pessimistisch en ziet hij stilaan beterschap. ‘Discriminatie en racisme zullen natuurlijk niet zomaar verdwijnen. Maar in contacten met bijvoorbeeld Voka, Unizo en beleidsmakers merk ik toch dat we op een keerpunt staan. Vlaams minister-president Geert Bourgeois (N-VA) heeft zelfs gezegd dat discriminatie op de arbeidsmarkt bestaat, en dat hij dat verwerpelijk vindt. Tien jaar geleden was zo’n uitspraak ondenkbaar. Ook minister van Gelijke Kansen Liesbeth Homans (N-VA), die tien procent ambtenaren wil met een migratieachtergrond, is op de goede weg.’

Van Bellingen pleit wel voor ‘daden’. ‘De tijd van vrijblijvendheid is echt voorbij.’ Daarbij denkt hij aan dwingende maatregelen en quota voor alle kansengroepen op de arbeidsmarkt. ‘Niet alleen voor allochtonen, maar ook voor mensen met een handicap of alleenstaande moeders.’

 

Nieuwsblad, Christine De Herdt

Empathie.

Wouter Van Bellingen had het beloofd bij zijn aanstelling aan het hoofd van het Minderhedenforum: het debat in Vlaanderen over diversiteit kan wel wat meer punch gebruiken. Met de stelling dat wij meer empathie lijken te hebben met dieren dan met allochtonen, gooit hij alvast een ferme knuppel in het hoenderhok.

Niet in het minst omdat die uitspraak het ongemakkelijke gevoel oproept dat er ergens wel een grond van waarheid in zit. Facebook ontploft geregeld als er weer een geval van mishandelde honden in Oost-Europa opduikt of ergens iemand met een kat gooit. Op de verontwaardiging en emotionaliteit staat dan meestal geen maat. Je kan je weinig lotgevallen van allochtone medeburgers indenken die eenzelfde golf van verontwaardiging zouden uitlokken. Let wel, dat is geen reden om minder empathie met dieren te hebben. Wel een aanleiding om ons af te vragen waarom we minder empathie met mensen hebben.

De complexiteit van het hele migratievraagstuk zit daar natuurlijk voor veel tussen. Honden zijn meestal schattig, katten zijn het altijd. Dan zijn onze relaties met mensen in het algemeen een stuk ingewikkelder. Het probleem bij de stelling van Van Bellingen zit trouwens net in wat hij aanklaagt: ook zijn uitspraak is behoorlijk veralgemenend. Maar in die mate dat ze vooral bedoeld is als provocatie om debat uit te lokken, heeft hij overschot van gelijk.

Sinds een tijdje is het bon ton om te stellen dat ‘de’ migratie ‘mislukt’ is. Die stelling is om vele redenen problematisch. Ze wekt de indruk dat we ze daarmee achter ons kunnen laten als een ongelukkig experiment, terwijl de diversiteit intussen gewoon een feit is. De vraag is niet of we die aanvaarden of niet, de vraag is hoe we ermee omgaan. Bovendien wekken dergelijke uitspraken de indruk dat we het hele debat over samenleven en discriminatie kunnen vergeten. Het is toch mislukt, waarom zouden we er dan energie in steken?

Onze diverse samenleving is in volle ontwikkeling. De migrant bestaat niet en de migrant van gisteren is niet die van morgen. En er loopt vandaag veel structureel mis, op de arbeidsmarkt, op school, in de wijken en op straat. Het debat moet dus inderdaad gevoerd worden en het moet de wij-zij-tegenstelling doorbreken. Anders blijven we met twee kampen zitten die het alleen over de rechten van de eigen groep en de plichten van de andere groep hebben.

Liesbeth Van Impe, Nieuwsblad.