Tag: Minderhedenforum

Politie onder vuur voor registratie ‘zigeuners’

 

  Agenten kunnen verdachten of daders in de nationale databank van de politie omschrijven als ‘zigeuner’. Het Interfederaal Gelijkekansencentrum en het Minderhedenforum vragen dat de politie daarmee stopt.

BrusselAgenten van de federale of lokale politie kunnen in de Algemene Nationale Gegevensbank (ANG) een vakje ‘zigeuner’ aanvinken als ze feiten van een aangifte invoeren en een daderprofiel opstellen. Volgens de persdienst van de federale politie is het niet de bedoeling om daarmee iemand op basis van zijn etnische afkomst te labelen, maar slaat ‘zigeuner’ op iedereen die geen vaste verblijfplaats heeft en rondtrekt. Bovendien kan het vakje, dat niet verplicht in te vullen is, niet alleen voor daders, maar ook voor slachtoffers worden aangevinkt. ‘Het woord zigeuner staat dus zeker niet synoniem voor rondtrekkende daderbende’, benadrukt Kaatje Natens, woordvoerster van de federale politie.

Toch lijken niet alle agenten dat zo begrepen te hebben. Dat bleek onlangs nog tijdens een opleiding in het Holocaustmuseum, waarbij een agente aangaf te weigeren om het bewuste vakje aan te vinken en zo iemand op basis van zijn etnische afkomst te labelen, terwijl andere speurders het relevante informatie vinden in de strijd tegen rondtrekkende daderbendes. Net zoals bij veelplegers of drugsverslaafden.

’We hoorden al dat sommige kantoren dit deden, maar tot onze grote verbazing blijkt het nu om een algemene praktijk te gaan’, zegt een verontwaardigde Wouter Van Bellingen van het Minderhedenforum. ‘Het woordzigeuner is al jaren in onbruik, heeft harde WO II-connotaties en bezit geen enkele wetenschappelijke grond. Hoewel etnische registratie bij de politie is toegestaan, vrezen we ook dat ditethnic profiling versterkt.’

Ook voor het Interfederaal Gelijkekansencentrum is er een probleem. ‘Het labelzigeuner is niet neutraal en kan niet’, zegt directeur Jozef De Witte. ‘Er bestaat ook zo veel verwarring over – de mensen in Landen vorig jaar waren geen zigeuners – dat de categorie problematisch is. Wat wil men er mee bereiken? Wat levert het aan goed politiewerk op? Zijn er nog zo van die categorieën? De politie moet haar databank in vraag durven te stellen’, aldus nog De Witte, die het vakje liever geschrapt ziet. ‘Ik wil nu geen steen gooien. Als de politie toont dat ze daar snel werk van maakt, is ze goed bezig.’

Bij de politie klinkt het dat het schrappen van het vakje een al te makkelijke oplossing zou zijn. 

De Standaard, Yves Delepeleire

Eindelijk is het niet langer alleen ‘hun eigen schuld’, opiniestuk De Morgen.

“Als wij een ander migratiebeleid hadden gevoerd en de problemen van racisme en discriminatie hadden aangepakt, dan was ik geen burgemeester geweest van een stad waaruit zeventig jongeren zijn vertrokken om een conflict te gaan uitvechten dat het hunne niet is. (…) Het departement Welzijn is totaal afwezig in de moslimgemeenschap. In de scholen gebeurt er helemaal niets.” 
Bij de voorstelling van het boek ‘#Radicalisme, #Extremisme, #Terrorisme’ van onderzoeker Bilal Benyaich klinkt het commentaar van Antwerps burgemeester Bart De Wever hard voor de politiek, maar zacht voor de moslimjongere. Hij haast zich niet langer om de oorzaken van radicalisering bij het geloof en de moslimgemeenschap alleen te leggen. Gisteren noemde hij eindelijk ook de sociale oorzaken van radicalisme: een falend integratie-, welzijn- en onderwijsbeleid en een gefaalde strijd tegen racisme en discriminatie. Niet langer treffen alleen het individu en zijn gemeenschap schuld, ook de maatschappij moet zich eindelijk verantwoorden. Op 21 maart 2015 brak er in Vlaanderen een nieuwe lente aan. Op de internationale dag tegen discriminatie en racisme en 8 jaar na het massahuwelijk in Sint-Niklaas.

Ik ben verheugd dat racisme en discriminatie niet gewoon meer ‘verwerpelijk’ is om het dan daarbij te laten, als in een goedkope condoleance op een begrafenis. Dat racisme niet langer relatief is, maar oorzakelijk. Oorzakelijk aan een ontwrichting van de samenleving, oorzakelijk aan het nefaste gevoel van een heleboel mensen dat zij niet aanvaard worden. Oorzakelijk aan het geweld dat een veel kleiner groepje uit die frustratie pleegt.  
De analyse van Bilal Benyaich is pijnlijk. Hij verft schaamrood op de wangen van de politiek. “Het zou makkelijk zijn geweest om die jongeren eruit te halen”, klinkt het hoopvol, maar vernietigend. Hij pleit voor een doortastend welzijn- en moskeebeleid en voor een onderwijs ‘dat niet alleen talenten, maar ook burgers aflevert’. 
Als directeur van het forum van ethnisch-culturele minderheden in Vlaanderen en Brussel sluit ik me daar volledig bij aan. Het beleid moet ál onze jongeren burgerwaarden meegeven. Het gaat daarin niet alleen over het vaak genoemde recht op vrijemeningsuiting. Het gaat ook over het wegvegen van blinde vlekken in kinderhoofden: dat een klasgenoot met een kleurtje ‘anders’ zou zijn bijvoorbeeld. We moeten gaan voor gekleurde personages in schoolboeken, gemengde klassen, gelijke onderwijskansen. 
Zoals Alicja Gescinska dit weekend  in DM, de Amerikaanse filosoof John Dewey citeerde ‘De democratie moet iedere generatie worden herboren en onderwijs is haar vroedvrouw”
“Elkaar niet kennen en niet verdragen heeft een maatschappelijke kost. We sturen dokters en psychiaters het veld in tegen verzuring, we betalen uitkeringen door uitsluiting op de arbeidsmarkt, we betalen ons blauw aan veiligheid. Ja, in Welzijn en Onderwijs moet het beter, maar ook in de departementen Gelijke Kansen, Armoede en Werk. Vlaanderen scoort het slechtst van Europa in de tewerkstelling van personen met een migratieachtergrond. Het wordt dus hoog tijd dat de werkzaamheidsgraad drastisch omhoog gaat zodat die extra inkomsten kunnen herverdeeld worden in welzijn en onderwijs voor alle jongeren. Om wortels uit te roeien, moeten we er samen aan trekken. 

Wouter Van Bellingen
Directeur Minderhedenforum

“Diversiteit is de uitdaging van de toekomst” interview in deMens.nu .

Als nieuwe directeur van het Minderhedenforum werkt hij in de Vooruitgangstraat. Dat treft, want Wouter Van Bellingen kijkt de toekomst positief tegemoet. Hij verliet de Sint-Niklase politiek om in het middenveld verder te bouwen aan een wereld waarin iedereen meetelt en mensenrechten geen loos begrip zijn. “De samenleving tolereert discriminatie niet meer.”

Atheïst tot in de kist

Je bent protestants opgevoed. Je gelooft dus in een god? Ik geloof wel in iets, maar net zoals zoveel mensen ben ik er niet uit wat dat ‘iets’ precies is. Ik laat het open. Ik zie het protestantisme dus als basis, maar niet als eindpunt. Het gaat bij mij meer over waarden, zoals respect voor elkaar en mensenrechten. Die waarden vind ik trouwens ook terug in de vrijzinnigheid, in het boeddhisme en in andere godsdiensten. Ik wil niet halsstarrig aan iets vasthouden, ik ga altijd op zoek naar het gemeenschappelijke.

 

Wat vind je van het hele debat rond religieuze symbolen in openbare functies?

Ik mis een gebrek aan empathie. Want uiteindelijk heeft het ook te maken met het zoeken naar identiteit. De eerste generatie vrouwen met migratieachtergrond ging niet werken en was dus minder zichtbaar. De tweede en de derde generatie vrouwen willen wel participeren in de samenleving, maar doordat ze die participatie moeten vragen of eisen, krijgen we een conflictmodel. Nochtans is integratie geen conflictverhaal, het gaat om mensen die aansluiting zoeken bij onze samenleving. Dus moeten we in dialoog treden met elkaar. Er is heel veel dat ons bindt. Maar wij focussen ons te veel op wat ons scheidt. Het hoofddoekendebat is trouwens een rare discussie, want er wordt uitgegaan van neutraliteit. Maar neutraliteit bestaat niet, enkel objectiviteit. De gedachte dat een ambtenaar met een hoofddoek, tulband, kruisje of keppeltje niet onpartijdig kan zijn is niet meer dan een vooroordeel. Het getuigt ook van een enorm wantrouwen in hun professionaliteit. Dit maatschappijgevoelig thema wordt in Vlaanderen gemonopoliseerd door een aantal vooraanstaande moraalfilosofen. Hun eenzijdige benadering heeft geleid tot een wantrouwen tegenover religie en levensbeschouwing in het openbaar ambt. Misschien moeten we in Vlaanderen de beleving van religie en filosofische overtuigingen ook eens bekijken vanuit het oogpunt van de rechten van minderheden? Zo legt dit debat volgens de Nederlandse rechtsfilosoof en jurist Wibren van der Burg een tragische spanning in ons democratiebegrip bloot. Namelijk de spanning tussen de wil van de meerderheid en de rechten van de minderheid.

 Dirk Verhofstadt noemt atheïsme de basis van de moraal, en godsdienst een agressief makende drug. Het is de economie die het slechtste in de mens naar boven haalt, maar dat wordt overgoten met een sausje godsdienst of het wordt in godsdienst verpakt. Op zich is religie iets heel respectvols, maar het is de mens die bepaalt wat ermee gedaan wordt.  

 Durven denken

Je bent een dwarsligger. Waarom ga je graag tegen de stroom in?

Een spoor wordt gelegd op dwarsliggers. Iemand zei me ooit: “Een vogel kan enkel vliegen door tegenwind. Hoe meer tegenwind, hoe hoger hij vliegt”. Toen ik groepsleider bij scouting werd, was de groep op sterven na dood. Nu twintig jaar later, is het de grootste jeugdbeweging van Sint-Niklaas. We hebben onze groep aangepast aan de samenleving: we hebben bepaalde takken gemengd gemaakt en externen aangetrokken die onze manier van werken in vraag stelden. Door die interne reflectie is de groep blijven groeien. Kritisch denken loont. 

 
Wat roept je verontwaardiging op?

Een rechtsstaat die niet functioneert. Neem nu het verhaal van Landen. De burgemeester wil woonwagenbewoners wegjagen met luide muziek van een dj. Voor mij was dat fundamenteel onrechtvaardig: een burgemeester die aangesteld wordt om de openbare orde te handhaven, lapt wetsregels aan zijn laars. En de overheid zwijgt en keurt dus goed. De dj in kwestie wordt een cultfiguur en mag vervolgens op een festival gaan draaien. Ik kan niet uitleggen aan mijn zoon van dertien jaar dat je vandaag een gratis ticket voor Tomorrowland krijgt als je kinderen wegpest. We leven in een rechtsstaat, waarbij procedures werden ontwikkeld om mensenrechten te beschermen. Worden deze niet nageleefd, dan komen we in barbarij terecht. Ik betaal heel graag belastingen, maar de staat moet wel functioneren. Anders klop ik op tafel. 

 
Je bent een doorbijter. 

Af en toe moet je doorbijten om resultaten te boeken. Als je A zegt, moet je ook B doen. Het rendeert als je consequent je principes aanhoudt. Mijn uitspraken zijn doordacht en onderbouwd. Ik werk rationeel, met cijfers, en zo vorm ik mijn visies. Daarom heb ik ook veel problemen met de waan van de dag. Er is de oorzaak, de aanleiding en het gevolg. Door dat langetermijndenken lijken mijn uitspraken op het moment zelf niet altijd even evident, maar – dat klinkt misschien pretentieus – achteraf zeggen mensen vaak: “ge had gelijk”. Gelijk hebben is één, gelijk krijgen is twee. Gelijk hebben is makkelijk. Gelijk krijgen is de realiteit die je inhaalt.  

 
Vrijheid als hoogste goed

Hoe ver gaat voor jou de vrijheid van meningsuiting? 

Ik neem niet snel een blad voor de mond, maar ik vind dat je steeds respectvol moet blijven en niet mag kwetsen. Op de bal spelen dus, en niet op de man. Ik kan perfect met iemand op de politieke en zelfs publieke bühne discussiëren en op menselijk vlak voor hem in de bres springen. Zoals sportlui: op het veld harde competitie en nadien in de kantine samen een pint drinken. Soms keert die harde aanval op het veld zich toch tegen mij, en krijg ik persoonlijke aanvallen. 

 
Hoe ziet jouw ideale wereld eruit?

Een wereld waarin mensen beoordeeld worden op hun capaciteiten en niet op hoe ze eruitzien. Een wereld waarin talenten en gelijke kansen op de eerste plaats komen en mensen niet in een keurslijf gestoken worden. Ieder heeft een talent waarmee hij of zij kan bijdragen aan een betere samenleving. Maar dan moeten we discriminatie uitbannen. En ik heb het dan niet alleen over mensen met een andere huidskleur, maar ook over alleenstaande vrouwen, die niet kunnen gaan werken omdat de kinderopvang te duur is. Of over mensen met een beperking. 

 
Eén voor allen, allen voor één. Zal discriminatie ooit verdwijnen?

Discriminatie is des mensen net zoals diefstal, maar als samenleving moeten we het signaal blijven geven dat dit onaanvaardbaar is en nooit gedoogd kan worden. Dat is mogelijk. In de vorige eeuw emancipeerden eerst de arbeiders, mannelijke arbeiders weliswaar, en dit onder druk van het communisme. Nadien kwam ook de erkenning van gelijke rechten voor vrouwen, die strijd is nog niet gestreden. En nu wordt het tijd om ook de andere kansengroepen, dat zijn mensen met een migratie-achtergrond, maar evengoed mensen met een beperking of holebi’s, ten volle te laten participeren in de samenleving. Het feit dat er een Minderhedenforum bestaat, betekent dat de samenleving discriminatie niet meer tolereert. Vlaams minister-president Geert Bourgeois zei in zijn speech voor werkgeversorganisatie VOKA dat discriminatie verwerpelijk is en dat werkgevers meer ‘vreemdelingen’ moeten aantrekken. Dat woordje ‘vreemdeling’ behoort tot zijn taalgebruik, dus het is niet geschreven door een speechschrijver: het komt uit het diepst van zijn ziel. Dan krijg ik kippenvel en dan reik ik hem de hand. De economische realiteit dwingt ons bovendien tot een andere houding. We hebben iedereen nodig op de arbeidsmarkt, dus ook diegenen die tot nu toe minder actief waren.

 

Je werkt niet voor niets in de Vooruitgangstraat?

Inderdaad! Ik geloof echt dat we leven in een tijdperk van verandering, net zoals in de late middeleeuwen. Dat was een fascinerende periode. Mensen kwamen toen ook uit een periode van chaos, ze vroegen om orde, om zingeving. In de late middeleeuwen zijn dan een aantal waarden gecreëerd, die uiteindelijk naar het humanisme hebben geleid. Zonder de middeleeuwen hadden we nooit een verlichting gekend! Vandaag staan we, mede door de crisis, opnieuw op zo’n punt en moeten we ons afvragen waar we als maatschappij naartoe willen. We evolueren reeds naar een ander model, waar de digitale revolutie en de globalisering ervoor zorgen dat afstanden niet meer bestaan. De economie komt terug naar de eigen stad, met minder CO2-uitstoot en meer tewerkstellingsmogelijkheden. Deeleconomie, 3D-printers en de Ubers van deze wereld zwaaien al de plak. Een aantal jobs zal een radicale koerswijziging ondergaan, denk maar aan advocaten, die via computers aan kansberekening kunnen doen en zo de resultaten van hun rechtspraken kunnen bepalen. De vraag is nu: hoe gaan we deze ingrijpende veranderingen als samenleving inkapselen? Kiezen we een model dat op waarden gestoeld is of dat door winst gedreven wordt?

 

Voor welke waarden strijd jij?

Voor mensenrechten. Voor vrijheid en verantwoordelijkheid. Op die waarden is de Belgische en de Vlaamse samenleving geschraagd. Het evenwicht tussen vrijheid en verantwoordelijkheid moeten we ook aanhouden voor de toekomst, waarbij diversiteit dé uitdaging wordt.

 

Bemin je naaste als jezelf

Ben je een leider of een teamplayer? 

Dat kan ik zelf niet stellen. Leiderschap, dat krijg je. Maar zonder team kom je nergens. Ik neem mijn verantwoordelijkheid. Als dat leiderschap is, ben ik een leider. Ik heb dat van thuis uit meegekregen, mijn vader was heel consequent en mijn moeder heeft een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Ik denk dat die twee zaken mij gevormd hebben. Ik ben ook een product van mijn tijd, van de grote manifestaties voor Nelson Mandela, Amnesty International, Greenpeace… Ik ben nog altijd een ancien Greenpeace. De beweging heeft ook een hoog fuck you-gehalte, dat spreekt me heel erg aan: mensen die met speedbootjes tankers aanvallen. Je moet niet groot zijn, als je maar flexibel bent. Ik ben liever een speedboot dan een tanker. 

 
Werk je graag samen?

Samenwerken is keuzes maken, en mensen kiezen niet graag. Maar pas als je een keuze maakt, kan je de volgende stap nemen. Ik ben een echte bruggenbouwer. Ik heb een Vlaamse achtergrond, maar Afrikaanse ouders, een Vlaamse achternaam, maar een Afrikaanse huid. Ik ben protestants opgevoed maar sta open voor de vrijzinnigen. Nu werk ik voor het Minderhedenforum, maar ik ga aan tafel zitten met VOKA en UNIZO, de politici, academici en de media, het kerkelijk en katholiek onderwijs… We moeten ook samenwerken: momenteel leeft bijna vijftig  procent van onze achterban van etnisch-culturele minderheden onder de armoedegrens. De werkloosheid is verdubbeld op tien jaar tijd, 30 procent van de jongens en 25 procent van de meisjes met een migratieachtergrond zitten zonder diploma. Dat zijn ongelofelijke uitdagingen voor de samenleving. Dan kan je niet enkel roepen, dan moet je met iedereen in dialoog gaan. 

 
Ben je zelf ooit van mening veranderd? 

Wie nooit van mening verandert, is een dommerik. Als niemand zijn mening verandert, praten we tegen stenen. We moeten elkaar beïnvloeden en elkaar ontmoeten, maar er is wel een ondergrens: trouw blijven aan je waarden. Dat is je DNA. Pas op: bijsturen mag, maar het gaat dan eerder om het veranderen van tactiek. Als je niet over de berg kunt, ga je er langs. Punt is aan de andere kant te willen geraken. Mijn tactiek veranderde ook: ik ben van het middenveld naar de administratie en dan naar de politiek overgestapt. Nu stap ik weer over naar het middenveld. Omdat ik vind dat het middenveld nu meer dan ooit een rol kan spelen. Maar die stappen zijn maar instrumenten, ik blijf dezelfde waarden verdedigen. Mensenrechten zijn mijn DNA. 

 Julie Van Garsse, deMens.nu-magazine

Discriminatie: na woorden ook daden. Opiniestuk De Morgen

Vorige week ontstond er heel wat commotie over de stelling die ik in Knack (29/10) poneerde dat Vlamingen kennelijk meer gevoelig zijn voor dieren dan voor mensen met een migratieachtergrond. Blijkbaar heb ik een gevoelige snaar geraakt. Door zowel de positieve als de negatieve reacties heen liep één rode draad: bijna niemand ontkende de stelling. In een lange reeks negatieve reacties op nieuwssites en Facebookpagina’s werden mensen met een migratieachtergrond ontmenselijkt. Ironisch genoeg bewijst dat mijn stelling.
Het jammere was dat velen dachten dat ik mensen verdeelde in twee kampen: ‘de Vlamingen’ en ‘mensen met een migratieachtergrond’. Dat is een misvatting: als ik over ‘de Vlaming’ spreek, bedoel ik precies iedere inwoner van Vlaanderen, ongeacht zijn afkomst. Of blijft iedereen met een migratieachtergrond altijd een ‘vreemdeling’?
Wie het Knack-interview gelezen heeft, weet dat ik het betreur dat er steeds gefocust wordt op wat ons scheidt in plaats van wat ons bindt. Want we zullen samen onze welvaartsstaat overeind moeten houden. De verkleuring kan immers de vergrijzing oplossen. Zo kan het miljarden opbrengen als we de werkzaamheid van mensen met migratieachtergrond verdubbelen. Wat houdt ons nog tegen?
De periode dat we dachten dat discriminatie met de tijd vanzelf zou weggaan, ligt achter ons. We evolueren naar een samenleving waarin iedereen zijn mensenrechten kan opeisen. Dat kader draagt bij tot het beoordelen van het probleem en het kiezen van de juiste oplossing. Want enkel maatregelen die de discriminatie actief bestrijden, verwezenlijken ook die mensenrechten.
Een eerste stap is de openlijke afkeuring van discriminatie. Daarom ben ik blij dat minister-president Geert Bourgeois recentelijk zei dat discriminatie van ‘vreemdelingen’ moreel verwerpelijk is. En dat Vlaams minister van Gelijke Kansen, Liesbeth Homans (DM 31/10) duidelijk verklaarde dat racisme en discriminatie misdrijven zijn en slachtoffers hiervan gesensibiliseerd moeten worden om stappen te ondernemen. Maar aan die woorden moeten ook daden gekoppeld worden.
Want discriminatie wordt niet door iedereen als verwerpelijk – en een misdrijf – beschouwd. Anderen, zoals Mathias Storme (DS 31/10) en Patrick Loobuyck (DM 28/10), vinden dat discriminerende handelingen zelfs een fundamentele vrijheid zijn. De overheid moet daarom een antidiscriminatiebeleid voeren gericht op het sensibiliseren en het informeren van slachtoffers, het sanctioneren van daders en de invoering van noodzakelijke positieve acties om de gevolgen van discriminatie weg te werken of te compenseren.
De beeldvorming in de media beïnvloedt onbewust hoe we naar de ander kijken. Ze is vaak subtiel en daarom minstens even gevaarlijk. We hebben niet in de gaten dat we slechte lucht inademen. Misschien moet de media CO-melders installeren.
Het is tijd voor een maatschappelijk debat over discriminatie en racisme, waarvoor in de eerste plaats de politiek verantwoordelijkheid draagt. Verbieden van discriminatie alleen brengt geen zoden aan de dijk. Wat nodig is, is een nationaal en geïntegreerd antidiscriminatiebeleid. Meer nog, al meer dan twaalf jaar blijft ons land in gebreke om een actieplan racisme op te maken. Het voorziene integratiepact van de Vlaamse regering kan een eerste belangrijke stap zijn als dat kan evolueren naar een verbindingscontract voor de hele samenleving. Geachte premier Michel, een nationale conferentie hierover dringt zich meer dan ooit op.

Wouter Van Bellingen

Directeur Minderhedenforum

De Morgen.

Van een ongemakkelijke waarheid naar een verbonden samenleving ( de uitgebreide versie)

Vorige week ontstond er heel wat commotie over de stelling die ik in De Knack (29/10) poneerde dat Vlamingen kennelijk meer gevoelig zijn voor dieren dan voor mensen met een migratieachtergrond. Blijkbaar heb ik een “gevoelige snaar” geraakt, een “inconvenient truth” luidop gezegd. Doorheen zowel de positieve als de negatieve liep één rode draad: bijna niemand ontkende deze stelling. In een lange reeks negatieve reacties op de nieuwssites en facebookpagina’s werden mensen met een migratieachtergrond ontmenselijkt. Een aantal van deze reacties: “Een dier geef je liefde en krijg je liefde van, een migrant geef je geld en  je krijgt een stamp in je kont of erger” ., “Die ‘neger ’ of ‘zwarte piet’ moet ‘zijn bakkes houden’”. En dit zijn nog enkel de meest “kuise” reacties. Ironisch genoeg bewijzen deze reacties mijn stelling.

Het jammere was vooral dat velen dachten dat het ging over een wij & zij-verhaal, dat ik mensen verdeelde over twee kampen, zijnde ‘de Vlamingen’ en ‘mensen met een migratieachtergrond’. Dat is een misvatting: als ik over ‘de Vlaming’ spreek, bedoel ik precies iedere inwoner van Vlaanderen, ongeacht zijn afkomst. Wij zitten allemaal in dezelfde schuit. Of blijft iedereen met een migratie-achtergrond altijd een “vreemdeling”? Een oude en negatief beladen term die misschien toch nog actueel is omdat hiermee eerlijk wordt geduid hoe de samenleving “mensen met een migratieachtergrond”na meer dan 50-jaar migratie nog steeds percipieert.

Wie het volledige Knack-interview gelezen heeft, weet dat ik het betreur dat er steeds gefocust wordt op wat ons scheidt in plaats van wat ons bindt. Want we zullen samen onze welvaartstaat moeten overeind houden. De verkleuring kan immers de vergrijzing oplossen. Zo kan het onze schatkist miljarden opbrengen als we de werkzaamheid van mensen met migratieachtergrond  verdubbelen. Vandaag staan we op een keerpunt. Ik merk het in mijn gesprekken met werkgeverfederaties, vakbonden en mediaconcerns dat er een besef is,een sense of urgency om discriminatie actief te bestrijden. Wat houdt ons nog tegen?

De periode dat we dachten dat discriminatie met de tijd van zelf zou weggaan, ligt gelukkig achter ons. Discriminatie staat dan ook nog altijd de werkelijke toegang tot mensenrechten in de weg, niet enkel voor mensen met een migratieachtergrond, maar ook voor mensen met een beperking, mensen met een laag inkomen, alleenstaanden en zelfs kinderen en jongeren. Al evolueren we geleidelijk naar een samenleving waarin iedereen zijn mensenrechten kan opnemen: het recht op onderwijs, recht op werk, recht op wonen, recht op spelen…

Het  mensenrechtenkader draagt bij tot het beoordelen van het probleem en het kiezen van de juiste oplossing.  Want enkel maatregelen die de discriminatie actief bestrijden, verwezenlijken ook deze mensenrechten.

Een eerste, grote stap is de openlijke afkeuring van discriminatie. Daarom ben ik blij dat minister-president Bourgeois recent op een meeting van werkgevers zei dat discriminatie van “vreemdelingen” moreel verwerpelijk is.

Ik ben ook verheugd te lezen in De Morgen (31/10) dat Vlaams minister van gelijke kansen, mevrouw Homans, duidelijk verklaarde dat racisme en discriminatie misdrijven zijn. En dat slachtoffers hiervan gesensibiliseerd moeten worden om stappen te ondernemen. Maar zowel aan de woorden van Bourgeois en Homans moeten ook daden gekoppeld worden. Want helaas wordt discriminatie niet door iedereen als moreel verwerpelijk beschouwd en evenmin als een misdrijf beschouwd. Sommigen vinden zelfs dat racisme een relatief begrip is. Nog anderen, zoals Prof. Mathias Storme (DS 31/10) en Prof. Loobuyck (DM online 28/10), vinden dat het stellen van discriminerende handelingen zelfs een fundamentele vrijheid is. Ik vraag daarom aan onze excellenties om een antidiscriminatiebeleid te voeren gericht op sensibiliseren en informeren van slachtoffers , sanctioneren van daders en de invoering van noodzakelijke positieve acties om de gevolgen van discriminatie weg te werken of te compenseren. Als bijvoorbeeld een bekende voetbaljournalist, tevens columnist bij De Morgen, de trainer van “zwarte jongens” een “straathoekwerker” noemt, zonder zijn stelling hard te maken, zonder aan te tonen dat er een probleem met ‘die jongens’ zou zijn, dan schetst hij een ongegrond, stereotyp beeld. Die beeldvorming in de media beïnvloedt onbewust hoe we naar de ander kijken. Die beeldvorming is vaak subtiel en daarom minstens even gevaarlijk. We hebben niet in de gaten dat we slechte lucht inademen. Misschien moet de media CO-melders installeren.

Er moet tegelijk verder werk gemaakt worden van het aanpakken van de oorzaken van discriminatie en daarin moet iedereen zijn verantwoordelijkheid nemen. De minder sterke sociale en economische machtspositie van mensen met een migratieachtergrond is een belangrijke factor die mede ten grondslag ligt aan discriminatie. Het feit dat bijna 50% van mensen met migratieachtergrond onder  de armoedegrens leeft, vertelt ons dat daar nog veel werk aan de winkel is. Versterking van die positie kan dan ook bijdragen aan de strijd tegen discriminatie.

Het is tijd  voor een groot maatschappelijk debat over discriminatie en racisme, waarvoor in de eerste plaats de politiek verantwoordelijkheid draagt. Verbieden van discriminatie alleen, heeft geen zoden aan de dijk gebracht. Wat nodig is, is een nationaal en geïntegreerd antidiscriminatiebeleid. Wat tot op heden ontbreekt. Meer nog, al meer dan 12 jaar blijft ons land in gebreke om een nationaal actieplan racisme op te maken. Een actieplan die België heeft toegezegd op de VN-racismeconferentie van 2002. Het voorziene integratiepact van de Vlaamse regering kan een eerste belangrijke stap zijn als dat kan evolueren naar een verbindingscontract voor de hele samenleving. Geachte Premier Michel een nationale conferentie hierover dringt zich meer dan ooit op.

Binnen de huidige context kan de aanpassing van een ‘onbedoeld’ of ‘onschuldig’ Sinterklaasgebeuren met zwarte pieten een rol van betekenis spelen. Door de bestaande machtsverhoudingen blijven verschillen in sociale en economische posities in stand. Het doorbreken van die situatie vereist een aanpak waarin alle mensenrechten – burgerrechten, politieke rechten en economische, sociale en culturele rechten – aan bod komen. Hierbij zijn participatie en dialoog randvoorwaarden voor onze samenleving waarin iedereen zijn fundamentele mensenrechten ook in de praktijk kan opnemen. Hopen op een discriminatievrije samenleving is dus niet genoeg, we moeten ons ervoor inzetten en duidelijk blijven maken dat discriminatie onaanvaardbaar is en blijft. Mijn inzet en onze inzet als etnisch-culture minderheden is er alvast. Wij reiken alvast de hand uit naar iedereen die met ons aan een warm en tolerant Vlaanderen wil werken.