Rust zacht mijn zus.

Liefste Zus, vandaag is het 5 maanden geleden dat je werd weggeplukt uit ons leven. Vandaag is het jouw verjaardag. Vandaag ging je 57 jaar worden. Aan jouw denken doet nog steeds pijn, en dat zal nog lang duren. Maar als je zou kunnen zien hoe jouw man en kinderen het vandaag zonder jou doen. Zou je echt fier zijn. Iedereen op zijn eigen manier, maar zolang we het samen doen komen we er wel.

Soms ben ik kwaad omdat we jou moeten missen. Maar ook omdat naast het gemis ook jouw kinderen dubbel gestraft worden door de verschrikkelijke administratieve mallemolen. Waardoor plots leningen worden afgewezen en rentevoeten worden verhoogd omdat jouw kinderen via de erfenis nu ineens twee huizen bezitten. Kwaad omdat we vandaag zolang het onderzoek nog niet is afgerond we nog altijd niet mogen weten hoe je laatste minuten waren. En daarom sommigen nog altijd niet kunnen beginnen met hun rouwproces. Kwaad omdat de verzekeringsmaatschappijen ons blijven pushen voor een minnelijke schikking en zo we ons geen burgerlijke partij zouden stellen omdat dit voor hen financieel interessanter is.
Maar ik ben je ook zo dankbaar om het geschenk dat je ons gegeven hebt. Het contact dat door covid in onze familie was verzwakt, is nu sterker dan ooit. Dankbaar omdat ikzelf het de afgelopen jaren niet zo makkelijk had. Maar het verdriet en de emoties over jouw verlies als katalysator heeft gewerkt waardoor ik dieper in contact met mezelf ben geraakt. Enzo de zoektocht naar mezelf nu duidelijker en meer helder werd. Omdat dit voor mezelf zo dubbel aanvoelde, gaf een vriend met de raad om dit alles te beschouwen als een geschenk van jou aan onze familie en mezelf.

Vandaag ben je er niet bij om te vieren. Maar deze dag is voor altijd van jou. Vandaag houden we je dicht bij ons. Rust zacht, mijn zus.

Jouw liefste broer, Wouter 🥲

Sint-Niklaas, wat nu?

De afgelopen weken werd Sint-Niklaas opgeschrikt door de uitspraken van Conner Rousseau. Door die uitspraken werd de Roma – gemeenschap in haar totaliteit geviseerd.De geschiedenis leert ons dat mensen als groep stigmatiseren geen goed idee is , zeker niet als dat gebeurt door iemand die politieke verantwoordelijkheid draagt.

Wat het allemaal nog pijnlijker maakt, is dat dit racistisch taalgebruik werd gebruikt tijdens onze jaarlijkse Vredefeesten en Villa Pace. Het moment dat we in onze stad de overwinning vieren op fascisme en alle inwoners van Sint-Niklaas worden samengebracht op de jaarlijkse wereldmarkt. En net op dat moment de Vredesprijs wordt uitgereikt aan iemand die zijn leven heeft gewijd aan het opvangen van alle vluchtelingen. De stad is met verstomming geslagen. Er is veel woede, veel onbegrip en veel schaamte.  Maar ook stilte, te veel stilte. 

Dit incident zette de schrijvers van deze brief aan om de stilte te doorbreken en een gesprek op te starten rond verharding die in onze stad en de hele samenleving  plaatsvindt. Het is inderdaad te gemakkelijk om dit alles op één persoon af te schuiven.  Het is een verantwoordelijkheid voor ons allen.

Want… hoe vaak hebben we niet gezwegen wanneer iemand een racistische mop vertelde? Hoeveel keer hebben we niet opzij gekeken wanneer langzaam maar zeker een klimaat werd gecreëerd waarin men racisme tolereert?

Wat nu? Hoe gaan we hier nu verder mee om?  

Gaan we dit incident blijven gebruiken in het politieke spel of is er meer mogelijk? Fouten maken is menselijk wordt gezegd en dat is ook zo. Er zijn excuses geformuleerd, dialoog wordt opgestart. Allemaal goede zaken voor een herstel. Kan dit gebeuren een wake up call worden voor ons allemaal om alert te zijn over onze eigen uitspraken? Kan dit incident een oproep worden om onze krachten te bundelen voor een stad waar we goed kunnen samenleven? Veel mensen ijveren daar vandaag al voor. 

“In Sint-Niklaas hebben we mooie tradities en verhalen over de grote kindervriend en over een sluwe vos maar ook tradities van kansen geven en samenwerken voor een betere stad .Dat bewijzen vele initiatieven en de aanwezigheid van vele sociale organisaties . Daarom roepen we iedereen op om samen met ons te denken over concrete lokale acties. Maar ook hoe we dit structureel kunnen aanpakken zodat het ook voor de toekomstige generaties beter wordt. Vrede begint in eigen stad met iedereen samen. Zo kunnen we van iets negatief toch nog iets positief maken. In 2007, ter gelegenheid van het massahuwelijk op de markt, konden we dit ook. Waarom dan vandaag ook niet? Daarom nodigen we iedereen uit voor een gespreksavond op dinsdag 17 oktober om 20u in de bib, te Sint-Niklaas. Het beleid is ook welkom om te luisteren.

Zien we jullie daar?

Nelly Maes

Winnaar vredesprijs Sint-Niklaas 2021, oud -voorzitster Vlaams vredesinstituut, ere-schepen stad Sint-Niklaas, oud- Vlaams, federaal en Europees parlementslid

Philip De Klerck

Winnaar Vredesprijs Sint-Nikaas 2022, oud-voorzitter 11.11.11.-comité, oud-voorzitter AAS (de Stedelijke Adviesraad voor Gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking) , Oprichter Dwagulu Dekkente, Bestuurder Solidagro vzw

Jozef Hertsens 

Winnaar Vredesprijs Sint-Niklaas 2023, coordinator VLOS, oud-voorzitter Beweging voor kinderen zonder papieren, mede-oprichter Villa Pace

Wouter Van Bellingen

Ere-schepen Stad Sint-Niklaas, oud-bestuurslid ENAR (European Network Against Racism), oud- bestuurslid UNICEF België, oud-bestuurslid Vlaams Agentschap Integratie & Inburgering, mede-oprichter Villa Pace

Gekleurde Belgen zijn het moe om weer te moeten uitleggen hoe diep het racisme zit: “Dat is bijna een marteling”

Gekleurde Belgen zijn het moe om weer te moeten uitleggen hoe diep het racisme zit: “Dat is bijna een marteling”

“Ge moogt dat weten van mij: ik ben een Club Brugge-fan. Altijd geweest. Maar nu zeg ik het met schroom. Zondagavond dacht ik: Wouter, tijd om een nieuwe club te gaan zoeken.” Aan het woord is Wouter Van Bellingen, oud-politicus en ondernemer uit Sint-Niklaas, en destijds de eerste zwarte schepen in Vlaanderen. “Ik was beschaamd, jong. Het deed pijn. Ik voelde de pijn van Vincent Kompany.”

Daar stond de trainer van Anderlecht, het Belgisch voetbalicoon, na de topper tegen Club Brugge. Met een microfoon onder zijn neus, een krop in zijn keel en bijna tranen in zijn ogen. Een wedstrijd lang was hij uitgemaakt voor bruine aap. Hij was gedegouteerd en teleurgesteld. Die racistische roepers in dat Brugse stadion hadden zijn emmer doen overlopen. Een emmer waarin het voortdurend druppelt, voor elke gekleurde mens in ons land, zegt Van Bellingen.

“En het blijft zeer doen. Elke keer. Eigenlijk is het een trauma. Elk racistisch voorval is een kwetsuur. Kwetsuren genezen. Maar het blijven littekens, die nu en dan weer worden opengereten. Dat is wat er met Kompany is gebeurd. Niet eventjes, maar een hele match lang. Dat is bijna een marteling, hé. Ik ontwijk het soms. Ik kijk naar sommige series of documentaires niet als ik weet dat er virulent racisme in voorkomt. Om er niet mee geconfronteerd te worden.”

Lelijke berichten en bedreigingen

Wordt hij er nog vaak mee geconfronteerd in zijn dagelijks leven? Hij schiet in een schaterlach. Het duurt even voor hij eruit raakt. “Maar wat een vraag, toch. Ja. Ik word morgen niet ineens wit, hoor.” Maar het heeft geen zin om dat soort anekdotes te blijven oprakelen, zegt hij. Hij voelt een zekere moeheid om er telkens opnieuw over te spreken. Het is een moeheid die doorschemert bij meer gesprekspartners.

Een gekleurde bekende kop zegt het zo: “Hoe belangrijk ik het ook vind om het over dit onderwerp te hebben, ik durf er niet goed op in te gaan. Elke keer als ik het wel doe, stroomt mijn mailbox vol met lelijke berichten en bedreigingen. Daar heb ik even geen zin in. Zeker niet met de kerstdagen in aantocht.”

Paul Beloy, die in de jaren 70 een van de eerste zwarte voetballers op Vlaamse velden was, en meer recent het boek Vuile zwarte schreef, over racisme in het voetbal, is het heel duidelijk moe. “Hierover praten heeft geen zin meer. Ik praat er al jaren over, en ik zie geen enkele verandering. Waarom bel je me trouwens nu, en niet wanneer Aboubakary Koita van Sint-Truiden wordt beschimpt? Denk je dat dat minder erg is voor die mens, voor zijn kinderen, voor zijn gemeenschap? Nee. Maar pas als het de grote Kompany overkomt, komt er reactie. Let op: ik bewonder Vincent Kompany, en het is dankzij hem dat er iets beweegt. Maar het punt is dit: ondertussen is het bestuur van de Pro League nog altijd even wit. Is dat een weerspiegeling van de maatschappij? Nee. Dus doe daar iets aan, in plaats van aan mij te vragen wat er moet gebeuren.”

Belga, Paul Beloy

Gefrustreerde ouders

Wouter Van Bellingen kent het gevoel. “Je kan blijven incasseren. Je kan het blijven verdragen. En dan denk je: wat moet ik nu nog meer doen? Vincent Kompany heeft zich afdoende bewezen. Hij heeft zoveel gedaan voor dit land. Hij is een voetbalgrootheid. En ik kan geloven dat hij zich zondagavond opnieuw voelde als een jongetje van twaalf dat beschimpt wordt.”

En Kompany hééft het meegemaakt als jongen, zegt Denis Odoi, die nu bij Fulham speelt, over het water. Net zoals hijzelf. “In mijn jeugd, toen ik bij Anderlecht speelde, gebeurde het vaker. Wij domineerden, wij haalden grote uitslagen. En dan waren het vooral ouders langs de zijlijn die gefrustreerd raakten. En wat ligt dan voor de hand? Kappen op de kleur van iemand anders. In het begin komt dat binnen. De eerste keren huil je. Maar na vijf keer heb je dat wel gehad. Racistische commentaar? Ik ben ermee opgegroeid, ik ken het al lang, en het doet mij niks meer.”

“Nu heb ik zelf kinderen”, zegt Odoi. “Als zij die commentaren zouden krijgen, mijn vrouw zou ontploffen. Zij is blank, zij heeft die ervaring niet. Ik zou zeggen: laat het vallen. Omdat ik weet dat de samenleving zo is. En ze zal niet veranderen.” Hij twijfelt even. Hij wil positief zijn. “Ik wil geloven dat de samenleving meer en meer divers wordt. Jonge Belgen groeien op met zwarten in de klas. Met Marokkanen, met Aziaten. Dat is hun straatbeeld. Op de duur wordt diversiteit een evidentie, voor opgroeiende jongeren. En dan wordt racisme misschien minder vanzelfsprekend.”

Roken op café

“Racisme zal blijven bestaan”, zegt ook Wouter Van Bellingen. “De vraag is: hoe ga je ermee om, als samenleving. Ik wil een analogie maken. Het rookverbod: was daar een draagvlak voor, op voorhand? Nee. Maar nu kan niemand zich nog voorstellen dat we roken op café. Sommige maatregelen moet je gewoon doorvoeren, omdat ze nodig zijn. Dus: neem maatregelen voor meer diversiteit. Zorg dat er meer kleur komt in de bestuurskamers van het voetbal. Het is een gedeelde verantwoordelijkheid: van spelers, ouders, trainers, scheidsrechters én besturen. Ik was in 2007 de eerste zwarte schepen van Vlaanderen. Vandaag moet de tweede er nog altijd komen. Hoe is dat mogelijk? Er zijn genoeg instrumenten voorhanden. Gebruik ze. De tijd van actieplannen is voorbij, het is nú tijd voor actie.”

Hij lacht. “En als dit incident ervoor zorgt dat er nu effectief iets gedaan wordt, dan kan het nog goedkomen, tussen Club Brugge en mij.”

Jesse Van Regenmortel

Nieuwsblad

De duurzame dood

Van het voedsel op ons bord tot het dak boven ons hoofd: op heel wat vlakken proberen we ons leven te vergroenen. Ook ons levenseinde zou duurzamer kunnen, vinden steeds meer begrafenisondernemers. ‘Uitvaarten laten veel sporen na op onze planeet.’


Tegen 2060 zullen we jaarlijks honderd miljoen mensen begraven, berekende Julie Rugg, onderzoekster aan de universiteit van York. Een gigantisch aantal, terwijl we wereldwijd steeds minder ruimte hebben. Een uitdaging voor de uitvaartsector, die op zoek moet gaan naar begrafenisrituelen met een zo klein mogelijke impact op het milieu. ‘Uiteraard zijn we daar voorstander van’, zegt Thomas Heiremans van Uitvaartunie Vlaanderen, de Vlaamse federatie van uitvaartondernemers. ‘We staan als sector open voor nieuwe ontwikkelingen zoals resomatie of watercrematie, waarbij het lichaam opgelost in plaats van verbrand wordt. In Nederland onderzoeken ze die mogelijkheid al, in België lopen de gesprekken met de overheid moeizamer. Onbekend is onbemind, maar als blijkt dat deze manier van cremeren duurzamer is, moeten we dat durven te bekijken.’
De hele keten moet onder de loep genomen worden, zegt Heiremans. ‘Op veel plaatsen moet je nog steeds naar het stadhuis of gemeentehuis om de administratie bij een sterfgeval te regelen. Waarom niet meer digitaliseren en zo voor minder verplaatsingen zorgen?’
Elke verandering loopt in de uitvaartsector vaak trager, erkent Heiremans. ‘Een overlijden gaat gepaard met sterke emoties. Mensen grijpen in zo’n situatie snel terug naar wat vertrouwd is. Uitvaartondernemers zullen zelf alternatieven moeten aanreiken aan de families die ze begeleiden.’


Vanessa Boel biedt met Trøst uitvaarten aan met een kleinere ecologische voetafdruk
‘De uitvaartsector is big business. Economisch gezien een verhaal van groei en bloei, maar ecologisch gezien vooral een verhaal dat sporen nalaat op onze planeet. Een kist moet wettelijk voldoen aan de Vlaamse milieunormen, maar hoe streng wordt dat gecontroleerd? Een ‘ecokist’ uit onbehandeld, duurzaam gekapt hout heeft soms nog een bodem van spaanplaat, of een binnenbekleding van polyester. Ook de kledij van de overledene moet volgens de wet uit natuurlijke, afbreekbare materialen bestaan zoals katoen of linnen. Maar hoeveel uitvaartbegeleiders letten daarop?
‘Ik wil al die schakels in de ketting onder de aandacht brengen en mensen wijzen op de keuzes die ze kunnen maken. Want elke keuze heeft een impact. Ik werk zo veel mogelijk samen met lokale, duurzame ontwerpers en leveranciers, bijvoorbeeld voor drukwerk en catering. Ik beperk mijn verplaatsingen, werk niet met ingevlogen bloemen en bied alternatieven aan voor de klassieke lijkkist, zoals een lijkwade met baar uit natuurlijke materialen of een mand van wilgentakken. Ook in het laatste hoofdstuk van ons leven mogen we ons kritisch denken niet verliezen. Het kan anders.’

Rayah Wauters maakt met Nauwau urnen uit resthout
‘Als een dierbare sterft, krijg je als nabestaande vaak een catalogus onder je neus geduwd vol seriematige producten waarvan je niet weet in welke omstandigheden, door wie of uit welke materialen ze gemaakt zijn. Er is nog veel verbetering mogelijk in de uitvaartsector wanneer het gaat over producten die goed zijn voor de omgeving en voor iedereen die in die omgeving leeft. Met Nauwau wil ik mijn steentje daaraan bijdragen, hoe klein ook.
‘Toen ik als ontwerper een manier zocht om dingen te maken zonder kostbare grondstoffen uit te putten, kwam het idee om met resthout te werken. Mijn man Niels is boomverzorger, zijn bedrijf levert al mijn hout. Dat brengt beperkingen met zich mee, want Niels en zijn collega’s zullen altijd eerst kijken of er geen betere oplossing is dan een boom te kappen. Voor mij als houtbewerker geen goede zaak, maar ik sta volledig achter die keuze. Is er geen hout, dan kan ik even niets maken, zo simpel is het. Bepaalde houtsoorten vallen erg in de smaak bij de mensen die hier langskomen, maar ik zal nooit speciaal een boom laten vellen of hout aankopen. Ik wil trouw blijven aan mijn eigen waarden.’


Wouter Van Bellingen is voormalig schepen van Begraafplaatsen in Sint-Niklaas
‘De dood hoort bij het leven, en toch blijven we er het liefst zo ver mogelijk van weg. Toen ik tien jaar geleden als schepen voorstelde om een natuurbegraafplaats aan te leggen (waar enkel assen uitgestrooid of biologisch afbreekbare urnen begraven kunnen worden, nvdr), wekte dat in eerste instantie flink wat weerstand op. Mensen zijn gewend aan een klassiek kerkhof met strakke paadjes, kort gemaaid gras en stenen grafzerken. Daar verandering in brengen, lag heel gevoelig. Intussen merken we dat de geesten geëvolueerd zijn.
‘Een grote troef van een natuurbegraafplaats is het intensieve ruimtegebruik. Een kerkhof dat je om de zoveel jaar moet uitbreiden, dat kun je niet volhouden. Hier zijn de graven anoniem – er worden geen grafstenen geplaatst of concessies verleend – waardoor je veel meer mensen kunt begraven op een kleinere oppervlakte. Op een natuurbegraafplaats is het ook veel gemakkelijker om mensen te overtuigen van een ecologisch groenbeheer. Op een klassiek kerkhof krijg je al snel klachten wanneer de grasperken er niet netjes bij liggen. Hier voeren we een extensief groenbeleid, en mag de natuur vooral haar gang gaan. Steeds meer mensen zien de meerwaarde in van een natuurbegraafplaats als een meer duurzame, maar ook rustgevende plek. Wandelen tussen de bomen kan heel troostend zijn.’


Door Lien Lammar, Knack